En attendant Beckett.

Oktober 1969. Samuel Beckett en zijn echtgenote Suzanne waren op vakantie in Tunesië toen ze een telegram kregen van Becketts uitgever Jérôme Lindon. Lindon liet Beckett weten dat de Nobelprijs voor Literatuur aan hem was toegekend. Vervolgens adviseerde Lindon Beckett om samen met zijn vrouw onder te duiken.

Een paar uur na de officiële verklaring van de Zweedse Academie werd de Ierse krant The Irish Times gecontacteerd door een literair redacteur van een toonaangevende Noorse krant. De Noorse redacteur wilde iets schrijven over Beckett, maar wist zelf niets over de man, vond niets over hem en ook zijn Noorse collega’s konden hem niet helpen. Beckett was onbereikbaar, leek wel van de aardbodem verdwenen. Konden de Ierse collega’s hem helpen met zijn stuk!

Dagenlang jaagde de wereldpers op Beckett. Beckett stemde tenslotte in met een interview met de Zweedse televisie. Er was wel een voorwaarde aan verbonden: ze mochten hem geen vragen stellen.

Een sportieve jongen.

Samuel Barclay Beckett werd op 13 april 1906 geboren in de Dublinse buitenwijk Foxrock in een gezin dat de Anglicaanse geloofsleer beleed. Hij was de jongste van twee zonen. Hoewel hij een energiek kind was, hield hij van de stilte.

Het ouderlijk huis was groot en had een tuin met een tennisbaan. Naast tennis blonk Beckett uit in boksen en cricket. Als student aan de Universiteit van Dublin, Trinity College, speelde hij twee cricketwedstrijden in eerste klasse. Hij was daardoor de eerste Nobelprijswinnaar die cricket in eerste klasse had gespeeld.

Aan Trinity College studeerde Beckett moderne literatuur en Romaanse talen. In zijn vrije tijd ontdekte hij naast het theater, de komedies van Buster Keaton en Charlie Chaplin die een grote invloed zouden hebben op zijn werk als schrijver.

Het onzekere voor het zekere.

Na een korte periode van lesgeven in Belfast, werd hij in 1928 leerkracht Engels op de École Normale Supérieure in Parijs. In Parijs ontmoette hij de Ierse schrijver James Joyce (1882-1941). Zijn omgang met Joyce en zijn artistieke entourage wakkerde Becketts eigen creativiteit aan, want Beckett begon te schrijven. Met zijn eerste gedicht won hij zelfs een poëziewedstrijd. Toch zou hij twee jaar later terugkeren naar Ierland om Frans te doceren. Na vier semesters schreef hij zijn ontslagbrief. Vanaf dan zou hij nog enkel schrijven. Een beslissing waar vooral zijn moeder het aartsmoeilijk mee had. Want Beckett gaf een zekere en vaste job op voor een onzeker bestaan als schrijver.

Vooraleer Beckett zich voorgoed zou vestigen in Parijs in 1937, pendelde hij tussen Londen, Dublin en Parijs. Tijdens een reis naar Duitsland schreef hij notitieboekjes vol met kunstwerken die hij had gezien en bewonderd. Nog in Duitsland was hij getuige van de uitwassen van de politiek van het Duitse Derde Rijk. Toch koos hij ervoor om in Parijs te blijven toen de nazi’s Parijs innamen. Ierland was immers niet in oorlog met Duitsland. Als Ier werd hij dus niet lastiggevallen door de Duitsers.

Zijn keuze om zich aan te sluiten bij de Franse weerstand was ingegeven door zijn geweten. Ook zijn levensgezellin en latere vrouw Suzanne Dechevaux-Dumesnil was lid van de Franse weerstand. Toen hun cel werd verraden, doken ze onder. Ze vonden een onderkomen in Roussillon in het zuiden van Frankrijk. Hier werkte Beckett voor een landbouwer in ruil voor kost en inwoon. Tussen het werk door schreef hij en nam hij deel aan acties van de lokale Franse weerstandsgroep.

Weg van de stijl van leermeester Joyce.

Na de oorlog reisde hij naar Ierland. Hier kreeg hij een ingeving. Wat als hij nu eens het tegenovergestelde zou doen van wat hij tot dan toe had gedaan. En voluit zou gaan voor een kale en minimalistische stijl, weg van de Joyceaanse stijl met zijn taalexperimenten, stijlparodieën en verwijzingen naar mythologie, literatuur en filosofie. Ook koos hij ervoor om vanaf dan in het Frans te schrijven. Het Frans gaf hem stilistisch gezien meer mogelijkheden, terwijl het Engels hem beperkte.

Na de Tweede Wereldoorlog schreef Beckett zijn bekendste en beste werk. Zijn romantrilogie (Molloy, Malone Meurt en l’Innommable) zag het levenslicht, net als Mercier en Camier. Ook schreef hij de toneelstukken Eleutheria en En attendant Godot. Die laatste was bij opvoering in 1953 een sensationele gebeurtenis. Hoewel er weinig tot niets gebeurde in dit toneelstuk, werd het door de Parijzenaars goed ontvangen. Het stuk brak met alle conventies; het absurde toneel was geboren. Ook vandaag wordt het stuk over twee mannen, die wachten op de mysterieuze figuur Godot, nog steeds gespeeld.

Dankzij En attendant Godot groeide wereldwijd de belangstelling voor Becketts werk. Daarnaast schreef Beckett in de jaren 60 nog meesterwerken met Fin de partie, Krapp’s Last Tape en Happy Days.

De schrijver-kluizenaar.

De kers op de taart voor deze artistieke output was de Nobelprijs voor de Literatuur in 1969, maar Beckett was daar niet blij mee. Al die aandacht voor zijn werk, de druk voor nieuw werk en de verwachte publieke optredens kon hij missen als kiespijn. Hij vermeed sowieso interviews en publieke optredens. De prijs van de Zweedse Academie liet hij dan ook door zijn uitgever in ontvangst nemen.

Hoewel hij zelden interviews gaf en bekend stond als kluizenaar, ontmoette hij soms kunstenaars, geleerden en bewonderaars die hem opzochten in de anonieme lobby van hotel PLM Saint-Jacques in Parijs. Hier lunchte hij vaak en liet hij zijn afspraken doorgaan. Degene die hem daar benaderden, troffen een aimabel man die vaak bereid was om over zijn werk en het proces daarachter te praten.

Zijn later werk en dood.

Vanaf de jaren zestig tot zijn dood in 1989 werd Becketts werk nog korter en zijn stijl nog minimalistischer. Niettemin experimenteerde hij met onder meer muziek in zijn werk. Zijn latere werken, zoals Worstward Ho, kende een ritmische cadans die bijna als een muzikale compositie aanvoelde.

Voor zijn filmproject, Film (1965) onderging Beckett de stilistische en thematische invloed van zowel Buster Keaton als Charlie Chaplin. De iconen van de stomme film stonden bekend om hun fysieke komedie en hun vermogen om existentiële thema’s en vragen uit te drukken zonder dialoog. Hun kunst sloot naadloos aan bij Becketts eigen minimalistische en absurdistische stijl.

Zijn allerlaatste werk – een gedicht – schreef Beckett in bed, na zijn hospitalisatie voor de behandeling van longemfyseem. Die chronische longziekte werd Beckett in 1989 fataal. Vijf maanden voor hem was zijn vrouw Suzanne overleden. De Becketts werden samen begraven op het Cimetière du Montparnasse in Parijs, waar ze een eenvoudige granieten grafsteen delen. Een grafsteen die voldoet aan Becketts richtlijn: “Mijn grafsteen mag elke kleur hebben, zolang het maar grijs is.”

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.