Vrijdagen bij Enrico’s van Don Carpenter.

Don Carpenter (1931-1995) groeide op in Portland (VS). Hij schreef romans en verhalen, waarin vooral marginale personages uit de zelfkant een hoofdrol speelden. Hoewel zijn werk goed ontvangen werd, bereikte hij nooit een groot publiek. Brood op de plank kwam door zijn werk voor Hollywood als scenarist. Nadat hij jaren sukkelde met zijn gezondheid pleegde hij zelfmoord.

Schrijver Jonathan Lethem (1965) was rond 1990 werkzaam bij Moe’s Books, een tweedehandsboekenwinkel in Californië. Hier was het zijn taak om romans die niet verkochten op te schonen. Elke zes of acht maanden verlaagde hij de prijs. Maar als dat al een paar keer was gebeurd, had hij nog maar twee opties: meenemen naar huis of op de stapel onverkoopbaar leggen.

Vanwege de titel, A Couple of Comedians, besloot hij het mee naar huis te nemen. Lethem vond A Couple of Comedians schitterend en ging vervolgens op jacht naar andere boeken van Carpenter. Op een gegeven moment stond hij op het punt om de auteur te bezoeken, maar zag daarvan af. Langzamerhand besefte hij dat hij niet alleen was met zijn bewondering voor Carpenter. Samen met George Pelecanos lobbyde hij voor een herdruk van Hard Rain Falling, Carpenters debuut uit 1966.

Aangemoedigd door het succes van die herdruk besloten de beheerders van Carpenters literaire nalatenschap om een ongepubliceerd manuscript te publiceren. Hiervoor vroegen ze de hulp van Lethem. Lethem redigeerde het manuscript, herschreef een viertal hoofdstukken en voegde een paar passages toe. ‘Vrijdagen bij Enrico’s’ was zodoende geboren en kreeg in 2014 mooie kritieken.

‘Vrijdagen bij Enrico’s’ is een roman over een groep schrijvers uit San Francisco en Portland tijdens de onstuimige dagen van de Beat-scene in de jaren 50 en vroege jaren 60. Schrijvers die buitenstaanders blijven. Geen echte bohemiens, maar niet de gemiddelde Amerikaan. Vrienden of geliefden, maar ook rivalen. Schrijvers, die elkaar ontmoeten in café Enrico’s om te drinken, herinneringen op te halen, elkaar te beledigen of om te praten over het schrijverschap. Klinkt niet bepaald boeiend, maar dat is het wel. Al vanaf het eerste hoofdstuk.

Centraal staan vier schrijvers: Jaime Froward, Charlie Monel, Dick Dubonet en Stan Winger. Rond hen cirkelen literaire agenten, familie, vrienden en fans.

Van Korea-veteraan Charlie Monel wordt veel verwacht, maar zijn roman over de oorlog in Korea zal nooit het daglicht zien. Jaime daarentegen weet met haar debuut door te breken en bouwt een succesvolle carrière uit. Nadat hij een verhaal weet te verkopen aan Playboy komt er niets succesvol meer uit Dick Dubonets vingers. Ex-crimineel Stan Winger verdient het grote geld in Hollywood als scenarist.

‘Vrijdagen bij Enrico’s’ geeft een interessante inkijk in vier verschillende carrières in de schaduw van die ene grote naam uit de Beat-scene, Jack Kerouac. Een tijdsbeeld, maar één die allicht herkenbaar is voor would-be en gevestigde auteurs. Boeiend voor lezers, die graag lezen over schrijvers en het schrijverschap.

Oorspronkelijke titel: Fridays at Enrico’s.
Jaar van publicatie: 2014 by the Estate Of Don Carpenter.

Nederlandse vertaling © 2015 Onno Voorhoeve en Meulenhoff Boekerij bv.

Parijs is een feest van Ernest Hemingway.

In maart 1928 sloeg Ernest Hemingway twee hutkoffers op in het Ritz Hotel in Parijs. 28 jaar later haalde hij die koffers weer op. Naast oude kleren, bonnen, brieven, menu’s, jacht- en visgerei bevatten de koffers volgeschreven notitieboekjes over zijn tijd in Parijs.

In het begin van de twintigste eeuw was Parijs het centrum van de kunst, de mode en het uitgaansleven. Ook na de Eerste Wereldoorlog wist Parijs zich cultureel op de kaart te zetten. Kunstenaars als Picasso, Duchamp, Chagall en Modigliani streken neer in Parijs. Door de drooglegging in de VS spoelden veel Amerikanen aan in Parijs, vooral muzikanten, artiesten en schrijvers. Bekende Amerikaanse auteurs als F. Scott Fitzgerald, John Dos Passos en Sinclair Lewis kwamen naar Parijs voor inspiratie, maar evengoed beginnende schrijvers als Ernest Hemingway (1899-1961).

Hemingway werkte in eerste instantie als correspondent voor de Toronto Star. Maar op een gegeven moment koos hij voor het onzekere bestaan van de schrijver. Als we sommige verhalen van zijn Parijse memoires mogen geloven, leefde hij met vrouw en kind van de hand in de tand. Hoewel andere verhalen dan weer het tegenovergestelde vertellen.

Maar er zit, helaas, geen chronologie in de verhalen. Doorheen de jaren is er behoorlijk wat gesleuteld aan Hemingways Parijse memoires. In eerste instantie door Hemingway zelf en na zijn dood door zijn erfgenamen. ‘Parijs is een feest’ is postuum gepubliceerd. En dat verklaart veel. Na het winnen van de Nobelprijs voor Literatuur in 1954 waren Hemingways hoogdagen als schrijver voorbij. Door de vele trauma’s die hij had opgelopen bij ongelukken, viel schrijven hem bovendien zwaar. Maar zijn naam en faam bleven. Ook vandaag kan je niet om Hemingway heen.

‘Parijs is een feest’ is eerder verschenen onder de titel ‘Amerikaan in Parijs’, wat mij betreft een betere titel is dan ‘Parijs is een feest’. Het laatste bevat niet eerder gepubliceerd materiaal, maar of dat een aanwinst is, betwijfel ik.

Met dit boek had ik hetzelfde bedrogen gevoel als met een aankoop van een cd van een van mijn lievelingsbands. De belofte van nieuw ontdekt materiaal blijkt niet zo nieuw te zijn of voelt te onaf. Kortom: er is geen meerwaarde. Dan enkel voor de band en hun entourage.

Is ‘Parijs is een feest’ het lezen waard? Ik had al romans van Hemingway geprobeerd, maar ‘Parijs is een feest’ was het eerste boek van hem dat ik heb uitgelezen. Dit niet zozeer omwille van de stijl, maar eerder omwille van wat er verteld wordt. Zijn Parijse schetsen brengen niet enkel Parijs tijdens de Roaring Twenties tot leven, maar ook Hemingway zelf en vele andere auteurs. Auteurs zoals Madox Ford Madox, F. Scott Fitzgerald, Wyndham Lewis, Sherwood Andersen, James Joyce, T.S. Eliot en Ezra Pound. Vooral de verhalen rond F. Scott Fitzgerald zijn schitterend door de humoristische observaties die tegelijkertijd een ander – lees droevig verhaal vertellen. Want Fitzgerald was een tragische figuur met een al even tragisch leven.

Oorspronkelijke titel: A Moveable Feast.
Jaar van publicatie: 1964.

Copyright Nederlandse vertaling © Arie Storm/BV Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam.

Woorden volgens Hesse

Zonder woorden, zonder schrijven en boeken is er geen geschiedenis, is er geen concept van de mensheid.
Foto Hermann Hesse – © Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau, Den Haag

Toen de Duits-Canadese zanger en muzikant John Kay (1944) een naam zocht voor zijn groep, inspireerde hij zich op een roman van Hermann Hesse: De steppewolf. Een roman die een enorme populariteit genoot onder een hele generatie van jongeren in de VS en Canada. Met hun eerste lp Steppenwolf (1968) schreef de band geschiedenis. Twee nummers van die lp, ‘Born to be wild’ en ‘The Pusher’ dienden als soundtrack voor de roadmovie ‘Easy Rider’ met Dennis Hopper en Peter Fonda.

‘De steppenwolf’ (1927) was niet de enige roman van Hesse die een cultstatus genoot. ‘Siddhartha‘ (1922) vond eveneens weerklank in de jaren 60 bij een generatie die aan de maatschappij en haar waarden twijfelde.

Ook in onze eeuw weten de romans van Hesse nog altijd nieuwe lezers te bereiken. Dit door de tijdloze thematiek van authenticiteit, zelfkennis en spiritualiteit.

Het beeld bij dit blog is van de Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau, Den Haag en is in het publieke domein.

%d bloggers liken dit: