
Met zijn levenswerk, ‘La comédie humaine’ wou Honoré de Balzac (1799 – 1850) de Franse maatschappij met al zijn klassen vastleggen. Een immense opdracht, die hij niet wist te volbrengen. Hoewel hij met 2 romans en een 12-tal novelles, kortverhalen en toneelstukken per jaar, oftewel 130 literaire werken op 20 jaar tijd, verre van lui was geweest. Zijn project was veel te ambitieus. Maar dat was Balzac ten voeten uit.
Grote stroom aan schuldeisers.
Zijn grote literaire productie had ook een andere reden: het betaalde zijn schulden. Als jonge man was hij achtereenvolgens een uitgeverij, boekhandel-drukkerij en een lettergieterij begonnen. Maar de ondernemende Balzac was geen succesvolle zakenman. Zijn zaken gingen telkens failliet. Hij hield van luxe en smeet het geld over de balk. Zo gaf hij ooit een diner waarvoor hij zijn eetkamer volledig liet herdecoreren en herinrichten. Omdat hij vaak romans of novelles beloofde aan uitgevers, die hij nooit schreef of niet afkreeg voor de gestelde deadline, had hij veel rechtszaken lopen wegens contactbreuk. Maar eigenlijk had Balzac die constante druk van zijn schuldeisers nodig, want dan stroomde er uit zijn ravenveer meesterwerken. Telkens wanneer er geen schuldeisers aan zijn deur stonden te kloppen, doofde zijn inspiratie uit. Pas enkele maanden voor zijn dood kon Balzac zijn schulden afbetalen. Dit was niet omdat hij nu eindelijk dé roman had geschreven die hem rijk had gemaakt, maar door een huwelijk met de Poolse gravin Ewelina Hańska.
Zijn legendarisch schrijfschema.
Succes had Balzac met zijn romans ‘Eugénie Grandet’ (1833) en ‘Père Goriot’ (1835). Dankzij dit succes, zijn charme en zijn zonnige persoonlijkheid was hij een graag geziene gast op de Parijse salons. Toch spendeerde hij daar niet veel tijd, want hij hield er een rigide schrijfschema op na. Als hij schreef ging hij al vroeg naar bed. Om 1 uur stond hij op, schreef in zijn nachthemd bij kaarslicht tot 7 uur, waarbij hij sloten koffie dronk. Rond 7 uur nam hij een bad. Tussen 8 en 9 uur kreeg hij de proeven van zijn uitgever of kwam zijn uitgever werk bij hem afhalen, en dan werkte hij tot de middag. Om 12 uur at hij wat gekookte eieren en dronk water en koffie. Vervolgens werkte hij tot 18 uur. Eigenlijk leefde hij vooral op zwarte koffie; naar schatting dronk hij 50 koppen per dag. Als hij niet werkte, dan at hij voor 10.
Balzac was geen schrijver die planmatig werkte, of die op voorhand wist wat hij ging schrijven. Hij begon altijd met een ruwe opzet en herwerkte en herschreef obsessief. De drukker kreeg steevast een onleesbaar manuscript. Als hij zijn proeven kreeg, veranderde hij vaak hele passages en scènes, zodat hij uiteindelijk een heel ander boek inleverde dan hetgeen hij oorspronkelijk had geschreven. Hij had dan ook constant ruzie met zijn uitgevers.
Zijn bijdrage aan de literatuur.
Tijdgenoten vonden hem een vulgaire schrijver. Balzac was geen stylist en deed de elegantie van zijn moedertaal geen eer aan. Waar hij veel zorg aan besteedde, was de naam van zijn personages. Die naam moest de persoonlijkheid van het personage uitstralen. Enkele van die personages doken op in verschillende verhalen, wat geen enkele schrijver voor hem ooit gedaan had. Zijn personages zijn verre van wit-zwart, maar zijn psychologisch uitgewerkt. Zijn psychologisch inzicht, zijn oog voor detail en zijn verteltechniek maken Honoré de Balzac tot een van de belangrijkste schrijvers van de 19e eeuw.
“The 19th century, as we know it, is largely an invention of Balzac’s.” Oscar Wilde
Voor dit blog gebruikte ik verschillende bronnen waaronder Wikipedia. De afbeelding bij dit blog komt van Wikimedia Commons en is van Louis-Auguste Bisson.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.