De schrijver-arts

“De geneeskunde is mijn wettige echtgenote en de literatuur mijn minnares. Als ik de één beu ben, breng ik de nacht door met de ander. Het is misschien een beetje wanordelijk maar in ieder geval niet eentonig”. Zo schreef Anton Tsjechov (1860-1904) aan een vriend in 1888. Twee jaar daarvoor, op zesentwintigjarige leeftijd had hij zich volledig gestort op de literatuur. Dit was nadat schrijver Dimitri Grigorovitsj (1822-1899) de hoge kwaliteit van zijn verhalen herkende en hem de raad gaf zijn talent serieus te nemen. Schrijven deed Tsjechov al als adolescent. Deze liefhebberij hielp hem immers om zijn familie te onderhouden en zijn studies te betalen.

Schrijven als broodwinning.

Anton Pavlovitsj Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in de Zuid-Russische havenstad Taganrog, als derde van zes kinderen. Al op zijn achtste verwierf hij een reputatie voor satirische opmerkingen en grappen. Als tiener begon hij met het schrijven van kleine anekdotes en speelde hij amateurtoneel.

Het talent voor het vertellen van verhalen had hij van zijn moeder Yevgeniya. Vader Pavel was kruidenier en een diep gelovig man. Toen de kruidenierszaak in 1875 failliet ging, vluchtte de familie naar Moskou. Tsjechov bleef evenwel in Taganrog achter om zijn gymnasium af te maken. Drie jaar later vervoegde hij zijn familie in Moskou. Dankzij een beurs startte hij aan de universiteit met studies geneeskunde. Omdat de familie in armoede leefde, begon hij onder verschillende pseudoniemen kortverhalen voor tijdschriften te schrijven.

Door die kortverhalen en hun succes kon de familie in 1883 naar een betere woning verhuizen. Meer dan honderd kortverhalen van Tsjechov waren toen al gepubliceerd. Ook na zijn afstuderen in 1884 bleef hij schrijven. Naast verhalen schreef hij zijn enige roman ‘Drama op de jacht’, die als feuilleton verscheen in een krant. In datzelfde jaar verscheen een eerste verhalenbundel. Intussen werkte hij als arts in een ziekenhuis nabij Moskou.

Betere schrijver dankzij de geneeskunde.

Als arts verdiende Tsjechov weinig. Hij behandelde namelijk veel patiënten gratis. Officieel stopte hij als dokter in 1889, maar bleef evenwel mensen gratis behandelen. Ook meldde hij zich in 1892 als arts bij de bestrijding van een cholera-epidemie. Verder schreef hij veel kortverhalen over artsen. Hij was ervan overtuigd dat zijn studies en zijn werk als arts hem hadden verrijkt. Als arts kreeg hij immers te maken met ellende, ziekte en de dood. Het contact met zijn patiënten had een betere schrijver en observator van hem gemaakt.

In 1890 bracht hij drie maanden door in de Russische strafkolonie Sachalin. Hij wou het leven van de gevangenen observeren en hen interviewen. Later hielp hij de gevangenen van Sachalin met het oprichten van weeshuizen. De kolonie kampte namelijk met een groot aantal kinderen, veelal geboren uit prostitutie.

Poesjkinprijs en het psychologisch realisme.

Een keerpunt in zijn schrijversloopbaan was de Poesjkinprijs die hij kreeg voor zijn verhaal ‘De steppe’ uit 1888. ‘De steppe’ was daarenboven het eerste verhaal dat in een literair tijdschrift verscheen. Dit keerpunt viel samen met zijn hoogtepunt als verteller van kortverhalen. De 58 verhalen die hij nog tot aan zijn dood zou schrijven zouden hem een speciale plaats in de wereldliteratuur geven.

Rond diezelfde periode begon hij zijn eerste stappen te zetten als toneelschrijver. Hij zou pas in 1896 doorbreken met zijn toneelstukken. Met ‘De meeuw’, ‘De kersentuin’, ‘Oom Vanja’ en ‘Drie zusters’ zag het psychologisch realisme het levenslicht in het theater. Een kentering op de bühne. Toneelliefhebbers waren gewoon aan verhalen over edele, rijken en vorsten. Tsjechov daarentegen wou herkenbare en gewone mensen in hun huiselijke kring op de planken.

Op 25 mei 1901 trouwde Tsjechov met een succesvolle actrice uit zijn toneelstukken, Olga Knipper.

Arts, schrijver en patiënt.

Vanaf 1903 ging het met zijn gezondheid bergaf. Hoewel hij al sinds december 1884 bloed opgaf, kreeg hij in 1897 de diagnose, tuberculose. Volgens de medische inzichten in die tijd was een verblijf in een mediterraan klimaat de enige remedie. Ofschoon Tsjechov na zijn diagnose naar Frankrijk vertrok, reisde hij regelmatig naar Rusland. Een verblijf in Moskou tijdens de winter zat er helaas niet meer in.

Op 1 juli 1904 stierf Tsjechov in het Duitse kuuroord Badenweiler aan tuberculose in de armen van zijn vrouw. Net voor zijn dood had hij nog een glas champagne gedronken. Tsjechov wist dat zijn Duitse collega’s champagne gaven als het einde naderde en er voor de patiënt geen remedie meer was. Zijn laatste woorden waren bijgevolg: “het is lang geleden dat ik champagne dronk.”

De foto bij dit blog is van een schilderij van Osip Braz. Dit werk is in het publieke domein.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: