
De Russische schrijver Dostojevski, of was het Toergenjev, zei ooit: “Wij komen allen uit Gogols Mantel voort”. De generatie Russische schrijvers, die na Nikolaj Gogol (1809-1852) kwamen, waren alle schatplichtig aan zijn kortverhaal ‘De mantel’. Nikolaj Gogol was namelijk de eerste grote vertegenwoordiger van de Russische literatuur in de negentiende eeuw.
De mysterieuze dwerg.
Schrijven in het Russisch was voor Nikolaj Vasiljevitsj Gogol een bewuste keuze. Als kind was hij tweetalig opgevoed. Thuis, op een klein landgoed in Sorochyntsi, sprak de familie Gogol zowel Russisch als Oekraïens. Nikolaj Vasiljevitsj ontwikkelde al jong, net als zijn vader, een interesse voor toneelstukken in het Oekraïens. Vader Gogol was een Oekraïner en amateur-schrijver van toneelstukken en gedichten. Een paar jaar na de dood van zijn vader verfijnde de jonge Gogol in het gymnasium van Nezjin de kunst van het schrijven, en viel hij op door zijn literaire bijdragen en komische portretten van oude mannen en vrouwen. Voor zijn klasgenoten was hij een zonderling; zij noemden hem smalend: de mysterieuze dwerg.
Werk en literaire faam.
Na het beëindigen van zijn studies trok de jonge Gogol in 1828 naar Sint-Petersburg. Hier probeerde hij ambtenaar te worden, maar zonder connecties en geld bleek dit onmogelijk. Hij deed ook audities voor het theater, maar werd afgewezen. Vervolgens stak hij zijn geld in de publicatie van een gedicht, maar zijn gedicht werd zo belachelijk gemaakt, dat Gogol zwoer nooit meer gedichten te schrijven. In plaats daarvan koos hij voor kortverhalen. Zo schreef hij een serie verhalen met een Oekraïense setting. Deze verhalen brachten hem de zo gewenste literaire faam.
Dankzij zijn literair succes en vriendschap met de grote Russische dichter Poesjkin kreeg Gogol in 1834 een leerstoel middeleeuwse geschiedenis aan de universiteit van Sint-Petersburg. Middeleeuwse geschiedenis was toen zijn dada. Zijn fascinatie kon zijn gebrek aan kennis echter niet goedmaken. Na een jaar zag hij zich genoodzaakt ontslag te nemen. Vanaf dan legde Gogol zich volledig toe op het schrijven.
Naast kortverhalen als ‘De mantel’, ‘De neus’ en ‘Dagboek van een gek’ vloeide uit Gogols pen ook het toneelstuk ‘De revisor’ en de roman ‘Dode zielen’.
Dode zielen en levenseinde.
Met ‘Dode zielen’ wou Gogol een trilogie schrijven, maar het bleef bij één deel. Gogol had evenwel een tweede deel geschreven, maar besloot om het merendeel van dit deel en ook ander werk te verbranden. Gogol, die intussen in Moskou woonde, was ontevreden over zijn werk en zag zichzelf als een mislukkeling. Ook geloofde Gogol dat hij een zondaar was. De laatste jaren voor zijn dood onderging hij de invloed van de spirituele leider Matvey Konstantinovsky, die hem influisterde dat schrijven een demonische activiteit was. De schrijver, die het merendeel van zijn leven een zwakke gezondheid had, regelmatig aan depressies leed en die de laatste tien jaar van zijn leven enkel dutjes deed, besloot de laatste maand van zijn leven te vasten. Het was de spreekwoordelijke druppel voor de lichamelijk en mentaal verzwakte schrijver, die hoogstwaarschijnlijk aan slaapzucht leed.
Gogol stierf op 4 maart 1852; hij was 42.
Bronnen: Wikipedia, Britannica, http://www.saint-petersburg.com en Russia beyond the headlines
Graag gelezen, Gogol. Was verplichte lectuur aan de unief, begin jaren 80.