
Alois Preininger, de rijkste man van Salzkammergut, is niet meer. Mevrouw Huchel zal geen cheques meer van Preininger krijgen, en haar zeventienjarige zoon Franz zal niet meer kunnen lanterfanten. Omwille van zijn fijne handen ziet mevrouw Huchel geen toekomst voor Franz in Salzkammergut. Bovendien hangt er iets in de lucht. Gelukkig kent zij iemand in Wenen met een sigarenzaakje. De sigarenboer, Otto Trsnjek is haar nog iets schuldig. Dus schrijft mevrouw Huchel hem met de vraag of hij werk heeft voor Franz. Na Otto’s positieve antwoord vertrekt Franz naar Wenen.
In Otto’s sigarenzaakje wordt Franz al direct ingewijd in de geheimen van het leven van een sigarenboer. Als er niets dringends af te handelen is, moet Franz rustig zitten en kranten lezen. De krantenverkoop is de kernactiviteit van Otto’s zaakje. Daarnaast moet hij alles leren over sigaren, de voorliefdes en de gewoontes van de klanten.
Naast de vele nep freules en nep doctoren heeft Otto een echte professor onder zijn klanten. Sigmund Freud, de befaamde gekkendokter blijkt prettig in de omgang. Franz zal verschillende keren buiten Otto’s zaak met Freud spreken, vooral wanneer hij voor het eerst in zijn leven verliefd wordt en vergaat van de liefdespijn. Niet alleen Franz’ kleine wereld is roerig en onvoorspelbaar, ook maatschappelijk gebeurt er veel. Het is nog maar een kwestie van tijd vooraleer Duitsland Oostenrijk zal annexeren, en de Gestapo zijn intrek zal nemen in hotel Metropool. 1937 zal de levens van Franz Huchel, Otto Trsnjek en de Joodse Sigmund Freud grondig veranderen.
Naast geslaagde scènes en de sfeertekening van een langzaam veranderend Wenen waarin bruinhemden de dienst gaan uitmaken, zijn er ook minder geslaagde en saaie delen in ‘De Weense sigarenboer’. Eigenlijk wou Robert Seethaler een verhaal schrijven rond Freud. Hij creëerde Franz Huchel om via hem de hoogbejaarde en fragiele Freud gestalte te kunnen geven. De scènes tussen Franz en Freud zijn dan ook enorm geslaagd. Contrasten werken immers goed: Freud heeft levenswijsheid terwijl Franz heel naïef is. Met de annexatie verliest Franz al snel zijn naïviteit, zeker als de Gestapo zijn baas arresteert. Otto verkocht onder de toonbank namelijk pornoblaadjes aan Joodse heren. Franz’ liefdesgeschiedenis voert je overigens naar een louche kroeg, waar Franz’ voorwerp van liefde een erotische dans voor de Weners ten beste geeft. Na al die erotische levensdriften en lusten komt er een moment, dat het er voor Franz niet meer toe doet. Vanaf dan is het enkel een kwestie van pagina’s vooraleer het doek valt over ‘De Weense sigarenboer’.
Oorspronkelijke titel: Der Trafikant.
Jaar van publicatie: 2012.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.