
De twee mannen op de motorboot haalden een korf boven. Ineens lag een van de mannen in het water. Hij riep naar de ander, maar die liep naar de stuurhut en vaarde weg. Hij legde aan in de haven en ging naar huis. Een paar uur later belde de politie aan. Of hij mee wou gaan. De man kon zijn verhaal gaan vertellen aan de onderzoeksrechter. Wat had hem bezield? Waarom had hij Antoine Lazenec laten verdrinken? En wie was Antoine Lazenec?
Visser Martial Kermeur is de verteller in ‘Artikel 353’. Zijn verhaal – een monoloog – vertelt hij jaren later. Wat er gebeurt is na zijn arrestatie en het moment waarop hij dit verhaal uit de doeken doet, kom je niet te weten. Dat is niet van belang voor het verhaal. Wel weet je – door de verklaring van de titel – bij aanvang van deze korte, roman – dat de man niet zal vervolgd worden. Wat was de reden daarvoor? Waarom was de rechter er innerlijk van overtuigd dat de verdachte geen schuld trof? Kermeur had immers verzuimd om hulp te bieden aan een persoon in nood. Zelf is hij ervan overtuigd, dat hij een moordenaar is. Zijn verhaal staaft dit.
Bovendien was Antoine Lazenec een gemenerik. Een vastgoedmakelaar die iedereen in het dorp gouden bergen had beloofd. ‘Het probleem is dat zelfs een gemenerik, zelfs de ergste smeerlap nog altijd momenten heeft waarop hij geen smeerlap is.’ Zei Kermeurs vrouw overigens niet dat hij schuld had? Schuld aan de veroordeling van hun zoon Erwan? Had de burgemeester, een vriend van Kermeur, geen kogel door zijn hoofd gejaagd? Want naarmate de jaren verstreken, werd iedereen in het dorp somberder en neerslachtiger: de gouden bergen bleven uit. Maar wie weet, kwam het vastgoedproject er uiteindelijk wel.
‘Artikel 353’ is kort, maar overtuigend. Het geheel doet denken aan een roman dur van Georges Simenon met een hoofdpersonage dat een grens overschrijdt. Net als Simenon velt Viel geen oordeel. Dat laat hij aan de lezer over.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.