
De Engelsen kenden hem als de bulldog van Darwin. Thomas Henry Huxley (1825-1895) was immers een van de bekendste aanhangers van Darwins evolutietheorie. Als bioloog besefte hij dat de mens nauw verwant was aan de apen; hij zette zijn ideeën daarover uiteen in het boek ‘Evidence as to Man’s Place in Nature’ (1863).
Thomas Henry Huxley was ook de grondlegger van een familie die in de twintigste eeuw naam maakte in de wetenschap en de kunst. Een van zijn kleinzonen won in 1963 de Nobelprijs voor Fysiologie, een andere populariseerde de wetenschap via de vele boeken die hij schreef en weer een andere werd zeven keer genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur. Die laatste kleinzoon, Aldous Huxley (1894-1963) was volgens tijdgenoten een van de briljantste breinen van zijn tijd.
Schrijver in plaats van dokter.
Eigenlijk lag het in de lijn van de verwachtingen dat Aldous Huxley wetenschapper zou worden. Maar een oogziekte in 1911 besliste daar anders over. Door een ontsteking van zijn hoornvlies was Huxley achttien maanden blind. Zijn droom om dokter te worden, borg hij toen voorgoed op. Wel slaagde hij erin om tijdens die maanden van duisternis een boek te schrijven.
Een operatie zorgde ervoor dat hij weer wat kon zien en dat hij naar de universiteit kon gaan. Hoewel lezen veel van hem vroeg en hij naast sterk corrigerende brillenglazen ook nog een vergrootglas nodig had, studeerde hij af als Bachelor of Arts met de hoogste onderscheiding.
Huxley, de satiricus
In hetzelfde jaar van zijn afstuderen, 1916, publiceerde hij zijn eerste boek: de dichtbundel ‘The Burning Wheel’. Zijn eerste boek ‘Crome Yellow’ (Gasten op Crome), een satire, verscheen in 1921. ‘Crome Yellow’ verkocht voldoende, zodat de pasgehuwde en kersverse vader Huxley kon leven van een carrière als schrijver. In 1919 was hij immers getrouwd met Maria Nijs, een Belgische oorlogsvluchtelinge. Een jaar later had hun zoon, Matthew het gezin vervolledigd.
In de jaren 20 schreef Huxley voor tijdschriften als Vogue en Vanity Fair, wat hij een goede leerschool vond. Daarnaast schreef hij de volgende satires: ‘Antic Hay’, ‘Those Barren Leaves’ en ‘Point Counter Point’. In die laatste satire is zijn goede vriend D.H. Lawrence duidelijk te herkennen in het hoofdpersonage.
De immer nieuwsgierige Huxley.
Intussen begon Huxley zich meer en meer te interesseren voor nieuwe ideeën in de moderne wetenschap, psychologie en filosofie. Deze interesses culmineerde in 1932 in ‘Brave New World’ (Heerlijke nieuwe wereld). In het dystopische ‘Brave New World’ beschreef Huxley een wereld waarin leven en dood voorgeprogrammeerd zijn en waar mensen door wisselende seksuele contacten en drugs gelukkig gehouden worden.
Ruim twee decennia later, toen de Huxleys in de VS woonden, kreeg de schrijver van ‘Brave New World’ grote belangstelling voor de effecten van psychedelica als mescaline en LSD. Zijn nieuwsgierigheid was zo groot dat hij zich leende voor wetenschappelijke experimenten met psychedelica. Zijn psychedelische ervaringen beschreef hij in essays als ‘The Doors of Perception’ (1954) en ‘Heaven and Hell’ (1954).
Voor zijn interesse in psychedelica had hij zich al verdiept in oosterse religies als het boeddhisme en het hindoeïsme. Als agnosticus met een scherpe geest zag hij het als een uitdaging om religies beter te begrijpen. Net als de Italiaanse humanist Augustino Steuco (1497-1548) kwam hij tot de conclusie dat er in alle godsdiensten een kern van gemeenschappelijke wijsheid zit. Zijn boek ‘The Perennial Philosophy’ (De eeuwige wijsheid) uit 1946 is dan ook een bloemlezing uit mystieke teksten.
Hoewel hij na ‘Brave New World’ vooral non fictie schreef, bleef hij romans schrijven. Huxley was immers een veelzijdige schrijver, die naast zijn eigen werk en journalistiek werk ook enkele jaren werkte als scenarist voor Hollywood.
Trippend naar een andere wereld.
In 1955 verloor Huxley zijn vrouw Maria aan kanker. Vier jaar later kreeg hij zelf ook de diagnose kanker. Hij was toen al drie jaar getrouwd met een goede vriendin van hem en zijn gestorven vrouw, Laura Archera.
Doordat de kanker in zijn keel zat, verloor Huxley geleidelijk aan zijn spraakvermogen en moest hij communiceren via briefjes. In de vooravond van 21 november 1963 schreef hij aan Laura: LSD, 100 µg, intraveneus toe te dienen. Zijn overlijden op 22 november 1963 werd overschaduwd door de moord op John F. Kennedy. Maar dat hij al trippend naar een andere wereld was gegaan, was de pers niet helemaal ontgaan.
Het beeld bij dit blog komt van Wikimedia Commons en is in het publieke domein. Voor dit blog gebruikte ik verschillende bronnen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.