De Automobielclub van Caïro van Alaa Al Aswani

Het Yacoubian’ zette Alaa Al Aswani niet alleen in Egypte maar ook internationaal op de kaart. Al Aswani was ook een belangrijke speler in de Arabische lente van 2011, als mede-oprichter van de politieke beweging Kefaya.

Over de revolutie in Egypte in 2011 schreef Al Aswani pas in 2018 een roman, ‘The Republic of False Truths’. Hierin laat hij een van zijn personages het volgende zeggen: “Egyptenaren komen niet in opstand. Als ze dat wel doen, dan is hun revolutie al op voorhand gedoemd om te mislukken. Want Egyptenaren zijn van nature laf en onderdanig. Ze houden van een dictatoriale held.”

De bedienden in zijn boek dat in 2013 werd gepubliceerd – ‘De Automobielclub van Caïro’ – zijn inderdaad laf en onderdanig; Ze durven niet in opstand komen tegen de tirannieke Alkoe, die ze als hun vader beschouwen. De vrouwen daarentegen zijn uit ander hout gesneden. Zij gaan tenminste nog hun rechten opeisen.

‘De automobielclub van Caïro’ speelt zich overigens af na de Tweede Wereldoorlog. Egypte is dan nog een kolonie van Engeland. De Koninklijke Automobielclub bestaat dan al meer dan 20 jaar. De club houdt zich bezig met alles wat met auto’s te maken heeft. Opgericht door buitenlanders en Turken die Egyptenaren zo veel mogelijk buiten de club willen houden. Buitenlanders hoeven enkel een document voor te leggen dat ze een auto hebben, terwijl Egyptenaren voorgedragen moeten worden door twee leden van de Raad van Bestuur. Uiteraard geldt dat laatste niet voor de Egyptische koning en zijn familie. De koning is trouwens kind aan huis en brengt zijn avonden in de club pokerend door.

Aanvankelijk wou de Automobielclub buitenlandse bedienden laten overkomen, maar daar hadden ze het budget niet voor. Dus zorgt de kamerheer van de koning ervoor dat de Egyptische bedienden eerst een grondige scholing krijgen. Verder voert Alkoe een waar schrikbewind. En hebben de leden van de Automobielclub de mogelijkheid om bedienden te straffen door het ‘cahier’ op te vragen.

Het kwam vaak voor dat ze kostbare spullen vonden, die door de aangeschoten klanten waren vergeten: een gouden aansteker, diamanten oorbellen en soms een gevulde portemonnee. Ze leverden alles meteen in bij het kantoor van mister Wright, de directeur van de club. Die eerlijkheid werd niet zozeer gezien als een morele plicht, maar werd vooral gemotiveerd door angst.

Over de buitenlanders in ‘De Automobielclub van Caïro’ gaat het maar zijdelings. Al Aswani’s personages zijn net als in ‘Het Yacoubian’ gewone Egyptenaren. Centraal staat de familie Ga’far. Ooit was de familie welgesteld, maar nu moet vader Abd al-Aziez hard werken om het hoofd boven water te houden. Na een fatale aanvaring met Alkoe, nemen twee van zijn zonen zijn plaats in in de Automobielclub.

Voor de beweging die strijdt voor de Egyptische onafhankelijkheid komt het goed uit dat een van hun leden, Kamil Ga’far, in de club gaat werken. Mahmoed Ga’far daarentegen weet naast zijn werk als bezorger voor de Automobielclub een business uit te bouwen als gigolo. Het werk op de club opent zijn ogen immers voor een wereld vol luxe, pracht en praal. Een wereld waarvan Mahmoeds beste vriend Fauzi ook profiteert. Mahmoeds zus Faika weet dan weer Sa’ied Ga’far tot een huwelijk te verleiden. En Sa’ied op zijn beurt weet zijn zus Salha te bewegen tot een huwelijk. Nochtans wou vader Abd al-Aziez dat zijn pientere dochter naar de universiteit zou gaan. Moeder Roe’ajja houdt er eerder traditionele ideeën op na. En dan is er nog de schalkse Aisja, de moeder van Fauzi en Faika.

Een opmerkelijke rol is er voor de dochter van de directeur van de Automobielclub, Misty Wright. Zij wil Arabisch leren en zich tussen de gewone Egyptenaren bewegen.

Dan zijn er nog de vele bijpersonages die meestal een verhaalelement toevoegen, zoals de pooier van de koning. De statische personages passen binnen de kleurrijke soap die ‘De Automobielclub van Caïro’ is. Naast de beproevingen voor de familie Ga’far is er humor. Veel humor door de ronduit grappige situaties waarop vooral Mahmoed Ga’far een patent heeft. Op het einde wordt het grimmig door de revolte in de Automobielclub, de huiszoeking bij de Ga’fars en de moord op Alkoe. Maar hoelang zal het duren voor er weer een nieuwe Alkoe opduikt?

Oorspronkelijke titel: Nadi as-sajjaraat, verschenen bij Daar as-Sjoeroek.
Jaar van publicatie: 2013.
Nederlandse vertaling: Djûke Poppinga en De Geus, 2016.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: