
De meeste literaire helden schitteren enkel op papier. Sommige vinden hun weg naar andere cultuuruitingen en genieten decennialang roem en bijval. Tot ze, zoals Charlie Chan van Earl Derr Biggers in ongenade vallen.
Geïnspireerd door Apana Chang.
De inspiratie voor zijn oosterse rechercheur had schrijver Earl Derr Biggers (1884-1933) in 1924 gevonden in krantenartikels over een rechercheur in Hawaii genaamd Apana Chang (1871-1933).
Eigenlijk heette hij Ah Ping. Maar in zijn geboorteland Hawaii heette hij Apana Chang. Hij was een zoon van Chinese immigranten. Nadat hij gewerkt had als paniolo (= een Hawaiiaanse cowboy) trad hij toe tot het pas opgerichte Hawaiiaans politiekorps. Dankzij zijn uitgebreid netwerk aan informanten en zijn talenkennis – hij sprak Kantonees en Hawaiiaans – klom hij op naar rechercheur. De bestrijding van het illegaal gokcircuit en de opiumsmokkel was zijn specialisatie. Volgens de legende heeft hij ooit in zijn eentje 40 gokkers gearresteerd en binnengebracht. Dit met zijn werplasso want een revolver heeft hij nooit gebruikt.
Charlie Chan vs Fu Manchu.
De Amerikaan Earl Derr Biggers zag zijn creatie Charlie Chan als uiterst origineel. Als heroïsche, intelligente, welwillende en eervolle oosterling was hij het tegengestelde van wat toen het heersende beeld van de Chinezen was in de media en de populaire cultuur. In het begin van de twintigste eeuw waren Chinezen voor de meeste westerlingen slecht en achterbaks. Dit stereotiep denken werd nog versterkt door verhalen rond Het Gele Gevaar en Fu Manchu.
Fu Manchu was een personage van de Engelse auteur Sax Rohmer (1883-1959). Deze superschurk wou de wereld veroveren door onder meer bacteriën en schimmels te verspreiden. Maar uiteraard lukken zijn snode plannen niet.
Blijkbaar was de tijd rijp voor verhalen over Aziatische helden naast verhalen over Aziatische schurken, want de sympathieke Charlie Chan raakte een tedere snaar. Het succes van de boeken kenden al snel weerklank in Hollywood. In 1929 verscheen dan ook de allereerste Charlie Chan film.
Aanvankelijk waren het Aziatische acteurs die Charlie Chan speelde, maar het grote succes kwam pas met de Zweedse acteur Warner Oland in 1931. Er volgde 15 films met Oland in de hoofdrol. Zijn dood in 1937 had het einde van Charlie Chan kunnen zijn, maar 20th Century Fox vond een andere acteur: Sidney Toler. Naast Toler kreeg de Aziatische Sen Yung de rol van Jimmy Chan, een van Chans zonen. Hoewel de films volgens een vaste formule werden gemaakt, bleven ze populair. Zelfs na Tolers dood in 1947 bleef Hollywood films maken. Tot er geleidelijk aan kritiek kwam op het onderdanige en traditionele karakter van Charlie Chan. En zijn aan Confucius’ toegeschreven zegswijzen.




Charlie Chan buiten de VS.
Het was overigens niet enkel en alleen in Hollywood dat Charlie Chan wist te gedijen. De films met Warner Oland waren in de jaren 30 razend populair in China. Dit succes kwam vooral omdat de Chinezen zichzelf nu eindelijk als heroïsch konden zien in een door westerlingen gemaakte film. Toen Warner Oland in 1936 China bezocht, was dit groot nieuws voor de Chinese media die respectvol naar de acteur verwees als meneer Chan.
In de jaren 30 en 50 verschenen er drie Spaanstalige films met de rechercheur uit Honolulu. En in de jaren 30 en 40 werden in Shanghai en Hong Kong vijf Chinese films rond Charlie Chan geproduceerd. In die Chinese films kreeg Chan assistentie van een dochter en had hij zijn eigen detectivebureau.
Naast de film deed Charlie Chan het goed op de radio in hoorspelen, op televisie, in het theater en als stripfiguur.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.