
Met Thérèse Raquin (1867) publiceerde Emile Zola (1840-1902) zijn eerste belangrijke roman. Een roman waarmee hij zichzelf in de kijker zette als naturalist.
Dat wil zeggen: nadat hij een storm van kritiek over zich kreeg uitgestort. De critici en de pers waren unaniem in hun verontwaardiging over deze verdorven roman. Vooral het artikel La Litérature Putride (de verrotte literatuur) van schrijver-journalist Louis Ulbach in Le Figaro noodde Zola tot het verduidelijken van zijn standpunt over zijn naturalistische roman.
De Romantiek is passé.
Die verduidelijking volgde in Zola’s voorwoord bij de tweede druk van Thérèse Raquin. Voor Zola was de subjectieve ervaring van de roman zoals dat gebruikelijk was in de romantiek voorbij (*). In zijn verhaal over een overspelig duivelskoppel wilde hij de realiteit in al zijn objectieve goorheid weergeven. Vandaar zijn keuze voor personages die in hoge mate beheerst worden door de drang van hun bloed en hun zenuwstelsel, die niet beschikken over vrije wil omdat hun leven gedicteerd wordt door hun onvermijdelijke driften.
Met andere woorden: het leven van een individu wordt bepaald door zijn sociale omgeving en door zijn genen; ideeën die toen circuleerden onder wetenschappers.
De roman als wetenschappelijk experiment.
De mosterd voor zijn roman had Zola dus gehaald bij de wetenschap. Thérèse Raquin was niet meer of niet minder dan een wetenschappelijke studie.
Het was bovendien nog een goed geschreven wetenschappelijk experiment, die ondanks – of juist – door de controversie vlot zijn weg vond naar de lezer, die de expliciete scènes van seks, overspel, moord en zelfmoord voor lief nam. Bovendien illustreerde het verhaal van Thérèse en haar minnaar dat seksueel genot tot wreedheid en vernietiging leidde.
Bewondering voor Zola.
Veel intellectuelen en collega-schrijvers hadden bewondering voor de vernieuwende en provocerende stijl van Zola. Met name Gustave Flaubert (1821 – 1880) prees Zola’s benadering. Met zijn controversiële roman Madame Bovary had Flaubert trouwens de aanzet gegeven tot het naturalisme door de afstandelijke en objectieve manier waarop hij de ondergang van zijn hoofdpersonage had beschreven.
* Romantiek, realisme en naturalisme in de literatuur.
Tien jaar geleden schreef ik een blog over de romantiek en zijn kenmerken. Dit naar aanleiding van de roman Ivanhoe van Sir Walter Scott.
Het naturalisme was net als de romantiek een artistieke, intellectuele en literaire stroming. Deze stroming was voortgevloeid uit het literaire realisme.
Zowel het realisme als het naturalisme waren beïnvloed door de ideeën van Auguste Comté, Karl Marx en Charles Darwin. Thema’s, schrijfstijl en de weergave van de personages verschilden.
Zo was de protagonist in de naturalistische literatuur nerveus, zwak of ziek. Alles wat gebeurde met het hoofdpersonage had een oorzaak. Die oorzaak lag veelal in het verleden van het personage, was erfelijk bepaald of bepaald door de sociale klasse en omgeving.
In het realisme hadden de personages een vrije wil en een individuele verantwoordelijkheid. Ze waren complex en menselijk en hun daden kenden sociale of psychologische motieven.
Schrijvers van de realistische stroming hanteerden een nuchtere schrijfstijl en richtten zich op de dagelijkse realiteit, familierelaties en werk. Schrijvers van de naturalistische school zagen hun personages als slachtoffers van hun biologie en hun omgeving. Zij onderzochten bijgevolg donkere thema’s zoals armoede, geweld en overleven. Thema’s die ze expliciet beschreven.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.