
Op 20 september 1943 schreef John Steinbeck (1902 – 1968) aan zijn vrouw: “ik heb dingen gedaan die ik moest doen, en ik denk niet dat iets me ertoe zal brengen ze opnieuw te doen.” Eerder die maand had Steinbeck de geallieerde landing in Italië meegemaakt. Twijfels over zijn eigen moed waren daarbij snel verdwenen.
Tijdens de explosies in Italië waren zijn trommelvliezen gebarsten en was hij geraakt door granaatscherven. Een jaar later raakte Steinbeck weer gewond tijdens een explosie in Noord-Afrika. Hij werkte dan wel als oorlogscorrespondent, naast eten en drinken met de soldaten achter vijandelijke linies, vocht hij ook met hen mee.
In Noord-Afrika raakte hij oorlogsmoe en nam hij ontslag.
Als oorlogscorrespondent concentreerde Steinbeck zich op de menselijke kant van de oorlog, in plaats van op de gevechten. En vertelde hij de verhalen van diegene die tijdens de oorlog amper aandacht kregen, maar die toch belangrijk waren voor de oorlogsinspanningen zoals mijnenvegers en havenarbeiders. Die aandacht was immers zijn handelsmerk als schrijver.
Zijn verslagen voor de New York Herald Tribune werden in 1958 gebundeld onder de titel Once There Was a War.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.