Op 25 mei 1895 werd schrijver Oscar Wilde (1854 – 1900) veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid. Zijn misdaad: ontucht. Wildes seksuele handelingen met mannen waren in strijd met de sociaal-ethische normen van zijn tijd.
Meer nog, het was een misdaad.
Het was allemaal begonnen in februari 1895 toen de Markies van Queensberry (1844 – 1900) Oscar Wilde beschuldigde van sodomie. Wilde had toen al vier jaar een relatie met Lord Alfred Douglas (1870 – 1945), een zoon van de Markies van Queensberry. Wilde ging in het verweer en begon een proces wegens smaad tegen de markies.
Het was aan de verdediging van de markies om te bewijzen dat de beweringen van hun cliënt hout sneden. Privédetectives werden ingezet en die vonden mannen die Wilde betaald had voor seks, en die bereid waren dit onder ede te verklaren.
Op aanraden van zijn verdediging liet Wilde de beschuldigen van smaad tegen de markies vallen. Daarop maakte de markies de bewijzen van Wildes ontucht over aan Scotland Yard.
In de rechtszaak van de staat tegen Oscar Wilde kwam op 25 mei 1895 een einde met een veroordeling tot 2 jaar dwangarbeid. Een ongewoon zware straf voor een man uit een prominente Ierse familie.

De mediagekte rond Oscar Wilde kwam daarmee niet tot een einde. De kranten bleven over Wilde schrijven. En zijn naam viel bij elke misdaad waarbij een man seksuele handelingen had verricht met een andere man. Homofobie nam toe. Voor de man in de straat waren homomannen seksuele roofdieren.
Ook werd kunst geassocieerd met homo-erotiek en een overmatige interesse in kleding met verwijfdheid.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.