
Over een westerling die geen westerling is.
In ‘Wat de dag verschuldigd is aan de nacht’ vertelt Younes Maheddienne over zijn leven in Algerije vanaf de jaren dertig tot nu. Nadat zijn vader, Issa, zijn grond verliest, is de familie genoodzaakt om te verhuizen naar de stad. In de stad aangekomen vindt de familie een onderkomen in een vochtige halfopen kamer in een armoedige achterbuurt. Hoewel Issa financiële hulp kan krijgen van zijn jongere broer, is hij te trots om hulp te aanvaarden. Ten slotte klopt hij toch aan bij zijn kinderloze jonge broer, Mahi om zijn zoon bij hem achter te laten.
Mahi is getrouwd met Germaine, een katholieke vrouw, wiens familie al geruime tijd in Algerije woont. Omdat Germaine, Younes niet kan uitspreken, noemt ze de jongen Jonas. Als Mahi omwille van zijn nationalistische sympathieën in de problemen komt, verhuist het gezin naar Río Salado, waar voornamelijk Spaanse en Joodse families wonen. In Río Salado, sluit Jonas een levenslange vriendschap met 3 andere jongens: Simon, Fabrice en Jean-Christophe. Ondanks de verschillen zijn de jongens net als 4 tanden in een vork. De bloedmooie Emilie stelt echter de vriendschap op de proef, net als de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.
De roman drijft niet op extremen, maar op subtiliteit en dualiteit. De schrijver (*) weet die dualiteit goed te verwoorden. De tweeslachtigheid komt vooral sterk naar voren in de jongvolwassen Younes, die anders dan de meeste van zijn landgenoten niet als boer of herder werkt, of in erbarmelijke armoedige omstandigheden moet leven. Omwille van zijn blauwe ogen, zijn opvoeding, kleding en westerse naam wordt Younes vaak aanzien voor een westerling. Toch krijgt hij van tijd tot tijd te maken met vooroordelen, en bevindt hij zich ineens in het kamp van de inheemsen.
“We zijn niet lui. We nemen alleen de tijd om te leven. En dat doen westerlingen niet. Voor hun is tijd geld. Maar voor ons is tijd onbetaalbaar.”
‘Wat de dag verschuldigd is aan de nacht’ geeft een interessante en boeiende kijk op de geschiedenis van Algerije. Qua taal is deze roman betoverend. Vanaf het tweede deel boet de taal in aan sfeer, maar blijft niettemin heerlijk beeldrijk.
(*)= Yasmina Khadra is het pseudoniem van Mohammed Moulessehoul. Hij nam dit pseudoniem aan om de censuur in zijn vaderland te vermijden. Na het verlaten van Algerije maakte de schrijver zijn ware identiteit bekend in zijn boek ‘L’écrivain’.
Oorspronkelijke titel: Ce que le jour doit à la nuit.
Jaar van publicatie: 2008.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.