
Volgende openingszinnen zijn alvast de bekendste in de Franse literatuur: “Aujourd’hui, Maman est morte. Ou peut-être hier, je ne sais pas.” Ze komen uit ‘De vreemdeling’ van Albert Camus. Een boek dat bij publicatie in 1942 zorgde voor de literaire doorbraak van de in Algerije geboren Franse auteur. De schrijver was een pied-noir, oftewel iemand van Europese afkomst die in Algerije leefde als kolonist. Ook Meursault, zijn hoofdpersonage in ‘De vreemdeling’ is een pied-noir.
De mens bij Camus.
Niet alleen is Meursault een vreemdeling omdat hij een pied-noir is, hij is ook een vreemd personage. Hij toont immers geen emoties bij de begrafenis van zijn moeder en heeft geen verklaring voor het feit waarom hij een man doodschoot.
Die emotionele onbewogenheid komt hem duur te staan, want Meursault wordt veroordeeld tot de doodstraf. In de dodencel aanvaardt hij zijn absurde lot waarna hij zich vrij voelt.
‘De vreemdeling’ kadert binnen Camus’ visie over de zin van het menselijk bestaan. Een thema dat in de rest van zijn werk terugkomt. Rationeel gezien kan de mens niet verklaren waarom er leven is, en kan hij er onder meer voor kiezen om dit kunstmatig zin te geven. De mens bij Camus kan echter de zinloosheid aanvaarden als deel van het leven.
Me restait peu de temps. Je ne voulais pas le perdre avec Dieu.
Bron: Wikipedia.
Bron foto: United Press International via Wikipedia.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.