De meester van Colm Tóibín

Londen, januari 1895. Het applaus van zijn vrienden kon het boegeroep van het publiek niet overstemmen. De première van zijn eerste toneelstuk was een fiasco. Het deed hem beseffen dat niets van zijn hand ooit populair zal worden. Hoewel hij niet actief streefde naar succes, wou hij dat zijn boeken verkochten. Hij verlangde naar een eigen huis met een mooie tuin. Na zijn publiekelijke afgang voelde hij er weinig voor om zich in het Londense societyleven te begeven. Dus trok Henry James zich terug achter zijn schrijftafel.

Hij voelde zich als een generaal die was teruggekeerd van het slagveld, met de geur van nederlaag om zich heen, en wiens aanwezigheid in de warme, fleurige vertrekken van Londen misplaatst en ongepast zou lijken.”

Met ‘De meester’ schreef Colm Tóibín een roman over de schrijver Henry James. Een schrijver voor wie het leven ondergeschikt was aan de kunst. De roman begint met het  fiasco rond James’ toneelstuk ‘Guy Domville’, een keerpunt in zijn carrière. Gelukkig voor James waren de jaren, die hij verspild had aan schrijven voor het theater niet verloren. Wat hij had geleerd en gemaakt verwerkte hij in zijn romans. Zo verkreeg hij uiteindelijk bekendheid en een eigen huis met tuin in Zuid-Engeland. ‘De meester’ gaat niet over James’ schrijverscarrière, hoewel die zeker aan bod komt, maar eerder over hoe hij altijd voor zijn carrière koos en het leven verzaakte.

Als lezer zit je in het hoofd van Henry James, een man die observeert, registreert, nadenkt, reflecteert en stilstaat bij dingen die gebeurd zijn in het verleden, maar die nooit het achterste van zijn tong laat zien. Het zorgt voor een zekere kilheid, een afstand ten opzichte van anderen. Die kilheid had allicht zijn oorsprong in het gezin waarin James opgroeide. Een gezin, waar weliswaar de grootste denkers van die tijd over de vloer kwamen, maar waar vastgehouden werd aan bepaalde ideeën over man en vrouw zijn. Een gezin, dat altijd onderweg was en waarin de jonge Henry zich niet kon hechten aan een bepaalde omgeving.

James bleef heel zijn leven vrijgezel. In zoverre we weten had hij nooit een relatie. Veel biografen denken dat hij homo was. Ook Tóibín is die mening toegedaan, zoals blijkt uit een aantal scènes. Bovendien suggereert Tóibín dat James’ omgeving het wist.

Tóibín heeft zich vakkundig ingelezen in het leven en werk van Henry James. En hij weet dit meesterlijk te vertalen in een roman. Tóibín is dan ook een fantastische schrijver, maar ‘De meester’ toonde voor mij ook wel zijn zwakheden. De aangehaalde scènes in elk hoofdstuk zijn soms te kort, terwijl Tóibín excelleert in langere en huishoudelijke settings waarin hij subtiel de spanningen tussen zijn personages kan weergeven en opbouwen. Die langere en eerder huiselijke scènes zijn er gelukkig wel in ‘De meester’, maar er zijn ook saaie stukken, waarbij ik moeilijk mijn aandacht hield. Al bij al is ‘De meester’ een geslaagd huzarenstukje, want Tóibín weet de meester geloofwaardig tot leven te brengen.

Oorspronkelijke titel: The Master.
Datum van publicatie: 2004.
In het Nederlands vertaald door Anneke Bok.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: