
Een Duitse agent probeerde blauwdrukken te kopen van de Russische T-34. De T-34 is een immens grote tank met als bijnaam de Rode Doodskist. Omdat Nazi-Duitsland dreigt met oorlog, zullen de Russen hun supertank spoedig moeten inzetten. De ontwerper van de tank, kolonel Nagorski, staat onder druk om de tank zo snel mogelijk af te werken.
Naar eigen zeggen heeft kolonel Nagorski niets verklapt of verkocht aan de Duitsers. Stalin is daar niet zo zeker van. Volgens hem is kameraad Nagorski verantwoordelijk voor het veiligheidslek, en zit de Witte Gilde achter de verkoop van de blauwdrukken. De Witte Gilde is een geheime organisatie die Stalin ten val wil brengen.
Stalin zet zijn meest betrouwbare inspecteur, Pekkala op de zaak. Pekkala werkt al 7 jaar voor Stalin, maar als voormalig oog van de tsaar heeft hij er nog altijd moeite mee om te werken voor de man die ooit zijn vijand was. Samen met zijn assistent, majoor Kirov, gaat Pekkala naar de zwaar bewaakte basis van de T-34. Daar aangekomen vinden ze Nagorski dood onder een van zijn prototypes. De kolonel is vermoord.
De oplossing van de moord is ondergeschikt aan het historisch kader, maar is niettemin spannend. Net als in ‘Het oog van de rode tsaar’ laveert het verhaal tussen heden en verleden. Zowel in het heden als in het verleden zijn er gelijkaardige situaties, manipulaties en uitwassen van grenzeloze macht en terreur. Gelukkig heeft Pekkala net als onder de tsaar een speciaal statuut, en kan hij vasthouden aan zijn onwrikbare principes en gedragscodes. Zoals dat gaat in een tweede boek van een reeks zijn de belangrijkste personages beter uitgewerkt.
Ook ‘Het geheime wapen’ is pretentieloze fictie waar je iets mee leert.
Oorspronkelijke titel: The Red Coffin
Jaar van publicatie: 2011
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.