
Aan de vooravond van de jaren 50 liftten en reisden twee jonge mannen door de VS. Dit zonder doel en zonder plan. Ze wilden gewoon onderweg zijn. De ene heette Jack Kerouac (1922-1969) en de andere Neil Cassady (1926-1968).
Op 5 september 1957 verscheen ‘On the Road’. In deze roadnovel verhaalde Kerouac zijn reisavonturen door de VS met de aan drank-, drugs- en seksverlaafde Cassady. Op vraag van zijn uitgever had Kerouac de namen van zijn personages veranderd. Cassady werd Dean Moriarty en Kerouac Sal Paradise.
Via Sal en Dean en de media-aandacht die ‘On the Road’ teweegbracht, maakte de VS en de wereld kennis met de Beat Generation. Want dat was de naam van de sociale en artistieke beweging waartoe Kerouac, Cassady en hun vrienden behoorde.
Vijftig jaar later deed Frank Albers de mythische reis van Sal en Dean over. Albers wilde al lang een reis van oost naar west door Amerika maken. Hij wilde zien wat er was overgebleven van de dorpen, steden en kroegen die in ‘On the Road’ worden beschreven. Bovendien wou hij een beter beeld krijgen op het land waar hij zes jaar lang had gestudeerd. De vijftigste verjaardag van de publicatie van ‘On the Road’ gaf hem het ideale voorwendsel.
De blijvende belangstelling voor ‘On the Road’ intrigeerde Albers al langer. ‘On the Road’ was aanvankelijk een cultboek, dat doorheen de decennia was doorgedrongen tot het pantheon van de klassieken in de wereldliteratuur.
Albers’ reis begon in New York, waar de Beat ontstond. Het eindpunt was de City Lights Bookstore in San Francisco. Hier had Albers een telefonisch gesprek met de eigenaar van de City Lights Bookstore, Lawrence Ferlinghetti. Ferlinghetti was geassocieerd geraakt met de Beats doordat hij hun werk uitgaf.
Hoewel hij een vooropgesteld plan had, was Albers vooral onderweg. Zelfs in zijn toevallige ontmoetingen was het onderwerp van zijn tocht nooit ver weg. ‘Beatland’ is dan ook vooral de zoektocht naar een roman, zijn schrijver en de beweging waartoe hij behoorde. Het geeft onder meer een antwoord op de vraag: Wat voor iemand was Jack Kerouac? Creëerde hij met Sal Paradise slechts een personage, zoals David Bowie met Ziggy Stardust en The Thin White Duke? Of had Sal zijn tweelingbroer kunnen zijn?
De onconventionele levensstijl van Sal en Dean daargelaten, herinnert Albers ons eraan dat ‘On the Road’ een roman is over Amerika zelf. Een land van opportuniteiten en kansen, een land dat ons doet dromen over een beter leven, maar dat uiteindelijk een illusie blijkt te zijn. Maar dat besefte Jack Kerouac al aan de vooravond van de jaren 50 van de vorige eeuw.
Jaar van publicatie: 2007
The Beat Generation
Na de Tweede Wereldoorlog kende de VS een hoge welvaart en een conservatief politiek klimaat. In de literatuur maakte het realisme en het naturalisme opgang. Daarnaast waren er schrijvers en dichters die de strijd aangingen met de literaire tradities. Een van die avant-gardistische bewegingen was de Beat Generation.
Dichters als Allen Ginsberg, Gary Snyder en Gregory Corso wilden niet enkel komaf maken met de literaire traditie maar stelden ook de Amerikaanse cultuur en politiek in vraag. Om te komen tot een hoger bewustzijn en meer creativiteit gebruikten veel Beats hallucinerende middelen. Maar evengoed oosterse meditatie. Zo waren onder meer Snyder, Ginsberg en Jack Kerouac gefascineerd door het boeddhisme.
Hun belangrijkste thema’s waren echter taboe-onderwerpen als seks, drugs en drank.
De Beats schreven zoals ze leefden: rusteloos, impulsief en met weinig geduld voor perfectie en stijl. Deze schrijvers en artiesten wilden immers de improvisatie van de jazzmuziek vertalen naar papier of canvas. Naast taal en kunst was kledij een manier om zich af te zetten tegen de conformiteit en het conservatisme van het voorstedelijke Amerika van de jaren 50.
Voor mainstream Amerika waren de Beats en hun aanhang de Beatniks de bad boys en girls. De rebellen. Zo was ‘On the Road’ van Jack Kerouac de literaire evenknie van iconen als Elvis Presley, James Dean en Marlon Brando.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.