Mefisto van Klaus Mann

Hij heeft net getriomfeerd als Hamlet, als vanuit zijn tuin een kerel naar zijn raam klimt en hem de groeten van Otto doet. De man brengt hem de laatste woorden van Otto over: ‘we zullen overwinnen’. Vervolgens bedreigt de man hem.

De tijd dat hij kameraden als Otto Ulrichs had en onder het protectoraat van een communistische organisatie theatervoorstellingen leidde, ligt ver achter hem. Gelukkig voor hem, zag Hermann Göring zijn communistische periode als een jeugdzonde. En was Göring zo in de wolken over zijn vertolking van Mefisto, dat hij zijn gunsteling werd. 

De rol van Hamlet had hem moeite gekost. Mephistofeles in Faust ging hem beduidend beter af. Als Mefisto wist hij Faust over te halen zijn ziel aan hem te verkopen. Intussen is hij verworden tot Faust. Is hij de man die zijn ziel heeft verkocht aan de nazi’s voor macht, roem en geld. 

De directeur van het Hamburgs Kunstenaarstheater zei ooit over hem: ‘alles aan hem is onecht, van zijn literaire smaak tot zijn zogenaamde communisme. Hij is geen kunstenaar maar een komediant’. 

Volgens Hendrik Höfgen heeft elk regime theater nodig. Mensen zoals hij zijn dus onmisbaar. Het verkopen van zijn ziel kwam overigens met een prijs: hij heeft mensen verloren en relaties moeten opofferen. Et alors! Hamletiaanse zelfhaat is niet aan hem besteed. 

Terwijl zijn vermoeid, betraand gezicht wat naar achteren zakte, riep hij, met een mooi, klagend, hulpeloos, steun zoekend gebaar van zijn gespreide armen: ‘Wat willen de mensen van mij? Waarom vervolgen ze me? Waarom zijn ze zo hard? Ik ben toch maar een hele gewone toneelspeler!’

Klaus Mann schreef zijn klassieke roman “Mefisto’ in 1936, toen hij in Amsterdam in ballingschap woonde. Het was een van de eerste romans over het sociaal-maatschappelijk klimaat onder de nationaal-socialisten. De Oost-Duitsers konden in 1956 ‘Mefisto’ lezen. In de Bondsrepubliek kwam het in 1964 tot een proces toen de nabestaanden van de Duitse acteur Gustav Gründgens naar de rechtbank trokken.  

Hendrik Höfgens carrière in ‘Mefisto’ vertoonde immers gelijkenissen met de carrière van Gustav Gründgens. Gründgens was geen onbekende voor Klaus Mann. Ooit hadden ze samengewerkt in dezelfde theatergroep. En was Gründgens zijn schoonbroer geweest. Net als in de romans van vader Thomas waren de personages bij Klaus herkenbaar. Hoewel Höfgen zich onderscheidde van Gründgens, koos Mann hem juist omdat hij hem bijzonder nauwkeurig kende. Verder ging het hem om het ‘type’, over een personage dat voldoet aan bepaalde eigenschappen. En Klaus Mann weet die eigenschappen tot het uiterste uit te puren. Zo wil de beklagenswaardige Höfgen zijn tranen niet nodeloos vergieten. Een komediant heeft nu eenmaal een publiek nodig. 

Enerzijds is het jammer dat Mann voor types koos, hierdoor zijn de personages niet echt uitgewerkt. Anderzijds is het overduidelijk hoe de antifascistische Klaus Mann dacht over het type van de politieke meeloper, de hofnar van de machthebbers. De toon van ‘Mefisto’ is dan ook sarcastisch. Toch sluimeren er flardjes hoop door: de luister waarin Höfgen zich wentelt zal niet blijven duren, andere machten zullen uiteindelijk winnen. 

Oorspronkelijke titel: Mephisto, Roman einer Karriere.
Jaar van publicatie:
1936.
In het Nederlands vertaald door Juliana Hoenselaars.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: