
Toen Agatha Christie (1890-1976) stierf, had ze het onmogelijke bereikt. Wereldwijd had ze meer dan 2 biljoen exemplaren van haar romans verkocht. Sinds haar eerste boek ‘The Mysterious Affair at Styles’ (1920) had ze enkel maar bestsellers geschreven. Met 66 detectiveromans, 20 toneelstukken, 4 non-fictiewerken, 15 kortverhalen en 6 romans geschreven onder het pseudoniem Mary Westmacott had ze een omvangrijk oeuvre nagelaten.
Na de dood van haar dochter Rosalind in 2004 dook er een opmerkelijke erfenis op: 73 handgeschreven notitieboeken. Die notitieboeken gaven een unieke blik in Christies werkwijze. Christie-expert John Curran schreef er een boek over: ‘Agatha Christie’s secret notebooks. Fifty Years of Mysteries in the Making.’
Schrijven gebeurde in vlagen en opwellingen. Ideeën, oplossingen en invalshoeken voor haar verhalen dienden zich meestal onverwacht aan terwijl ze aan het winkelen was. Of iets in haar huishouden deed. Naast ideeën, observaties en toevallig gehoorde dialogen noteerde ze in haar notitieboeken dingen die ze uit de krant haalde. De krant was een goede bron voor eigenaardige verhalen over gepleegde misdaden of gebruikte vergiften.
Het beeld komt van Wikimedia Commons en is in het publieke domein.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.