Broer van Mahir Guven

Geen ruggengraat, geen echte Fransen, geen echte Syriërs, geen echte autochtonen, geen echte allochtonen, geen christenen, geen moslims. Buitenlander zonder te weten waarom.

Hun moeder stierf onverwachts en liet hen en hun vader verweesd achter. Hun ouwe is een Syriër, die zichzelf communist noemt. Zijn geloof hebben de broers leren kennen via hun Syrische oma.

Op vakantie in Bretagne, bij hun andere oma, bracht broertje zijn tijd vooral door met meneer pastoor. Want broertje had al van jongs af iets met geloof. Broer is maar pas naar de moskee gegaan nadat broertje naar Syrië vertrok. Naar Sham zoals ze in de buurt zeggen. Naar het land van de gekken. Het vertrek van broertje heeft die ouwe kapotgemaakt. Dat zie je aan de nieuwe rimpels boven zijn dikke wenkbrauwstreep.

Broertje was na zijn studies verpleger geworden. Broer daarentegen, hosselde (*) nadat hij uit het leger ontslagen werd. Nu werkt broer als Uber-taxichauffeur. Hij maakt dagen van elf uur en heeft veel te veel tijd om na te denken. Kief, wiet en stuf is nog altijd deel van zijn leven. Verder is hij een snitch (**) voor de politie.

Op een avond krijgt broer telefoon. Broertje komt naar huis.

In 2018 won de Frans-Turks-Koerdische schrijver Mahir Guven (1986) de Prix Goncourt du Premier Roman met ‘Grand frère’. De titel verraadt al gelijk wie in de roman vooral aan het woord is. Als gast uit de banlieu spreekt broer straattaal, wat de roman iets speciaal en apart geeft. Verder maakt hij over alles grappen en zijn grappen zijn vaak snedige en rake opmerkingen. ‘Broer’ is daardoor kritisch. De stijl, woordkeuze en humor houdt deze actuele roman licht en luchtig.

Broertjes verhaal is droger. Hij is immers de serieuze. Via hem kom je te weten waarom hij uiteindelijk de wapens opneemt. Guven schreef de roman omdat hij wou begrijpen waarom jonge mensen naar Syrië vertrokken, en een geslaagde dood boven een geslaagd leven verkozen. Evengoed vertelt hij met ‘Broer’ het verhaal van twee hechte broers die elk op hun manier worstelen met hun biculturele achtergrond.

Helemaal in het laatste hoofdstuk kom je de namen van de broers te weten. En de betekenis van hun namen. Ook blijkt dat ‘Broer’ een ‘what if story’ is. Wat als je broertje, die zonder boe of bah van de ene op de andere dag naar Syrië vertrok, terug naar huis komt.

Broer komt bij Guven in gewetensnood. Volgens de advocaat die hij raadpleegt, is hij medeplichtig aan terrorisme als hij zijn broertje helpt. Maar broertje is een van zijn ballen. Dood of levend, broertje is bij hem, overal, de hele tijd, elk moment, in elk gebaar, in elk woord. Maar kan hij het zich als ex-dealer wel permitteren om broertje te helpen? Wat doorweegt is de onzekerheid over wat broertje gedaan heeft en tot wat hij in staat is. Het zal je broertje maar wezen!

Oorspronkelijke titel: Grand frère.
Jaar van publicatie: 2017.

Vertaling: Carolien Steenbergen. Ambo|Anthos, 2019.

(*) dealde.
(**) informant.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: