
Robert Graves (1895 – 1985) was niet trots op zijn populairste werk. Hij had ‘Ik Claudius’ alleen maar geschreven omdat hij schulden had. Nochtans beweerde Graves dat Claudius (10 voor Chr. – 54) hem in een droom gevraagd had zijn verhaal te vertellen. Die droom kreeg de Britse auteur na zijn vertaling van ‘The Twelve Caesars’ van de Romeinse geschiedschrijver Suetonius (69 – 140).
Hoewel ‘Ik Claudius’ een gefictionaliseerde autobiografie is, staat Claudius uitgebreid stil bij zijn 3 voorgangers: Augustus, Tiberius en Caligula. Een belangrijk personage is Livia, de derde vrouw van Augustus. Volgens Graves was het dankzij haar dat Tiberius aan de macht kwam. Om haar zoon aan de macht te krijgen had Livia verschillende familieleden vergiftigd. En eigenlijk had zij volgens de roddels in het oude Rome de hand gehad in elk schandaal en overlijden in de keizerlijke familie. De levensbeschrijvingen van Suetonius’ ‘Keizers van Rome’ bevatten namelijk onder meer pikante anekdotes, roddel en achterklap over de Julisch-Claudische dynastie waartoe voorgenoemde keizers en Claudius behoorde.
Toen Caligula vermoord werd, was Claudius nog het enig levend mannelijk lid van de keizerlijke familie. Claudius was kreupel, wist zijn hoofd niet stil te houden en stotterde. Hierdoor bracht hij de familie vaak in verlegenheid en bleef hij uit het publieke oog. Voor tijdgenoten was hij achterlijk, maar in werkelijkheid was hij intelligent en liefhebberde in geschiedenis en literatuur.
Voor een historicus – want zo ziet Claudius zichzelf – is historische juistheid belangrijk. In het verleden kon hij niet schrijven wat hij wou, maar nu hij keizer is, ligt dat anders. Hij belooft de lezer een waarheidsgetrouw relaas. Toch is hij een onbetrouwbare verteller.
Ook is Claudius een babbelkous. Hij verexcuseert zich een aantal keren bij de lezer omdat hij weer eens inging op iets dat niet direct met zijn eigen verhaal samenhangt. Die details en anekdotes zijn vaak een welgekomen afleiding tussen al de moorden, executies en verbanningen in deze literaire Romeinse soap. Bovendien dragen ze bij tot de couleur locale. Want de historische personages mogen dan wel op oudheidkundige roddel zijn gebaseerd, de omgeving, zeden en gewoonten zijn historisch correct. Graves had veel research gedaan voor zijn Claudius-romans. Dus Suetonius was niet zijn enige bron, zoals bleek uit zijn uitgebreide lijst van geraadpleegde literatuur in de opvolger van ‘Ik Claudius’, ‘Claudius de god’.
Door de schitterende BBC reeks uit 1976 gebaseerd op ‘Ik Claudius’ en ‘Claudius de god’ vond de Claudius-reeks van Graves zijn weg naar menig Vlaamse en Nederlandse huisbibliotheek. Een Nederlandse vertaling van beide boeken is enkel nog tweedehands te verkrijgen. Het is evenwel de moeite om er jacht op te maken. In de Engelse literatuur worden de Claudius-boeken terecht gezien als dé blauwdruk voor historische romans. Want je zou haast vergeten dat het geen geschiedenis maar fictie is.
Oorspronkelijke titel: I Claudius.
Jaar van publicatie: 1934
Vertaald door Th. Wink.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.