De oorlog van het einde van de wereld van Mario Vargas Llosa

Hij heette Antonio Vicente Mendes Maciel. De sertão-bewoners in het laat negentiende-eeuwse Brazilië kende hem als de Raadgever. Hij kwam altijd onverwacht en te voet. Liep steevast naar de kerk in de dorpen in de sertão om te kijken of die al hersteld was. Vroeg naar de parochiepriester, die er meestal niet was. Na twee uur gebeden te hebben vroeg hij vergiffenis aan Onze-Lieve-Heer voor de armtierige toestand waarin zijn huis verkeerde. Bij het vallen van de avond gaf hij zijn raadgevingen. Hij sprak over eenvoudige dingen. Dingen die de sertão-bewoners begrepen en met de moedermelk hadden meegekregen. Mans raadgevingen gingen immers over het geloof, het laatste Oordeel en het einde van de wereld. Volgens de Raadgever zou de wereld het jaar 1900 niet halen.

Als in 1889 de federale republiek Brazilië ontstond, was de Raadgever ontzet. Met het instellen van de republiek kwamen namelijk heel wat veranderingen: de kerk werd van de staat gescheiden, het burgerlijk huwelijk werd ingesteld, er kwam vrijheid van godsdienst, begraafplaatsen vielen onder de gemeente….Voor de Raadgever waren dit onaanvaardbare ketterijen. Dit was het werk van de Antichrist.

Intussen had de Raadgever al heel wat volgelingen onder de sertão-bewoners. Na een schermutseling met de politie besloten ze een verlaten haciënda, Canudos, in te nemen en zich daar voorgoed te vestigen. Op een paar jaar tijd groeide Canudos uit tot de tweede grootste stad van de regio met 30 000 inwoners. Een stad waar andere regels golden, namelijk die van Onze-Lieve-Heer. Aanvankelijk was Canudos een lokaal probleem; het werd echter een nationaal probleem. De federale regering stuurde in totaal vier militaire expedities om komaf te maken met Canudos en zijn inwoners. In de oorlog om Canudos vielen minstens 15 000 doden, misschien zelfs 30 000.

Canudos
Canudos omstreeks 1895 – foto Wikimedia

‘De oorlog van het einde van de wereld’ mag dan fictief zijn, het is gebaseerd op waargebeurde feiten. De geschiedenis draagt al de kiem van de mythe in zich, want hoe was het mogelijk dat de inwoners van Canudos succesvol drie militaire expedities wisten te stoppen en te verslaan. Waarom had de regering een probleem met Canudos? En wie was Antonio de Raadgever? Hoewel hij net als Onze-Lieve-Heer alomvertegenwoordigd is in ‘De oorlog van het einde van de wereld’, gunt Vargas Llosa zijn lezer nooit een blik in mans gedachten. Je kijkt naar hem via de ogen van een rits aan personages, veelal volgelingen, wat bijdraagt tot zijn messiaanse status.

Door de rits aan personages en de steeds wisselende perspectieven duurt het een behoorlijke tijd vooraleer je in het verhaal zit. ‘De oorlog van het einde van de wereld’ is met zijn 700 bladzijden sowieso een imponerend boek. En de aparte verhaaltjes die elk personage met zich meebrengt vraagt behoorlijk wat lezersaandacht. Gaandeweg worden de aparte verhalen langer, de personages vertrouwder en kom je in een gezapig leestempo van wederzijdse oorlogsgruwelen, die achteraf bezien slechts een voorspel zijn van het einde van de wereld. En dan, zonder dat je er erg in hebt, zit je als lezer in de stoel van Onze-Lieve-Heer de Raadgever, en gunt Vargas Llosa je een blik in de ziel van zijn personages. Intussen woedt de apocalyps, compleet met vuur, avemaria’s, gebeier van kerkklokken, gebulder van kanonnen, klapwiekende gieren en gulzige ratten. Uiteindelijk eindigt het boek met een wonder, en blijf je als lezer beduusd achter. ‘De oorlog van het einde van de wereld’ trekt -sinds zijn verschijning in 1981- terecht alle aandacht. Een imposant epos.

Oorspronkelijke titel: La guerra del fin del mundo.
Datum van publicatie: 1981.
Vertaling: Mariolein Sabarte Belacortu en J.M. Meulenhoff (1984).

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: