
Manchester, 1867.
De avond voor de ophanging is het rustig. Hoofdagent James O’Connor verwacht geen ongeregeldheden. Represailles voorziet hij pas over een maand of twee.
Een dag later verneemt hij via een informant dat er een Ierse oorlogsveteraan van de Amerikaanse Burgeroorlog op weg is naar Manchester. Die oorlogsveteraan zal voor flinke opschudding zorgen. Geweld is niet uitgesloten. Want alle middelen zijn goed voor de Fenians om de Engelse heerschappij over Ierland te beëindigen.
Hoewel hij zelf een Ier is, is het O’Connors opdracht om de aanslagen van de Fenians te verijdelen, zo nodig met geweld.
“Tommy Flanagan is zo goed als onherkenbaar. Het grootste deel van zijn gezicht is weggeschoten en wat ervan over is, is verwrongen, vervormd en ziet zwart van het bloed, als een stuk vlees dat te lang in de oven heeft gelegen.”
Dat geweld weet McGuire trefzeker neer te zetten, zonder ooit in gore details te vervallen. Of te mikken op sensatie. Door de stedelijke setting, het gekweld hoofdpersonage en de melancholische toon heeft ‘De weigeraar’ veel van een film noir. De laatste hoofdstukken, waarin O’Connor de oorlogsveteraan Doyle volgt naar de VS voelen anders aan: de Engelse industriesteden met hun overbevolkte straten worden dan vervangen door weidse Amerikaanse landschappen en afgelegen boerderijen en huizen. Deze lezer voelde zich in die laatste hoofdstukken dan ook enigszins ontheemd.
Een confrontatie tussen O’Connor en Doyle is uiteraard onvermijdelijk: het is een wetmatigheid dat de held het opneemt tegen de schurk. Maar het loopt niet zoals je zou verwachten. Clichés zijn duidelijk niet aan de auteur besteed. De mannen krijgen overigens een interessant achtergrondverhaal mee. Bij O’Connor vraag je zelfs af, hoe het komt dat hij niet aan de kant van het Broederschap staat. Hij heeft meer redenen om de Engelsen te haten dan Doyle.
Het verhaal leent zich voor een feuilleton. Want ofwel eindigt een hoofdstuk met een cliffhanger, of begint het met een nieuw gegeven. McGuire weet er goed de vaart in te houden. Naast een flair voor timing en opbouw heeft hij een goed oog voor een accurate historische achtergrond. Het Broederschap, het latere IRA, was toen inderdaad actief in Engeland. De oprichters en geldschieters zaten in de VS, en zij ronselden onder de Ierse oorlogsveteranen van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Spannende historische fictie heeft vooral een meerwaarde als de auteur je doet beseffen dat er niets veranderd is. Dat we alleen maar rond en rond weten te draaien. Dat er altijd een gewelddaad komt, die nog vreselijker is, en ergens toch ook weer precies dezelfde.
“Alles is anders, denkt hij, en alles is hetzelfde. Tijd verandert in herinnering, en herinnering verandert in de poel waarin we verdrinken.”
Oorspronkelijke titel: The Abstainer.
Jaar van publicatie: 2020.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.