Twee weken weg van R.C. Sherriff

Het was altijd Bognor geweest. Voor hun huwelijksreis hadden ze kamers gehuurd in Pension Zeezicht. Door de komst van de kinderen waren de 2 weken vakantie in Bognor een last geworden. Nu kijkt ze minder gewillig naar de jaarlijkse vakantie uit. Alleen Ernie zit nog op school. Dick is 17 en Mary bijna 20. Het afgelopen jaar zag het er naar uit dat Dick met vrienden zou gaan kamperen. Mary ging allicht met haar collega’s naar een boerderij. Maar toen de tijd kwam om kamers in Pension Zeezicht te reserveren, waren er geen andere vakantieplannen opgeworpen.

Zoals altijd heeft meneer Stevens een plan opgesteld. Er moet immers van alles geregeld worden voor hun jaarlijkse vakantie in september. De treintickets moeten worden gekocht, de winkeliers afgezegd, de kanarie moet naar de oppas en de kat moet binnen kunnen en gevoederd worden. Het plan van meneer Stevens is het resultaat van jaren ervaring. Bij gelegenheid wordt het zelfs uitgeleend aan vrienden.

R.C. Sherriff (1896-1975) kreeg het idee voor ‘Twee weken weg’ tijdens een vakantie in Bognor. Sherriff schreef vooral toneelstukken en filmscenario’s, maar hij besefte dat het verhaal dat hij voor ogen had zich niet leende voor het theater of de film. Het moest een roman worden.

Eerdere pogingen tot het schrijven van een roman waren in de prullenbak beland. Toch begon hij eraan. Schreef hij omwille van het schrijven en om zijn avonden op vakantie mee door te brengen. Toen het af was, wou hij het aan iemand laten lezen. Hij stuurde het manuscript op naar de enige uitgever die hij kende en wachtte op het moment dat zijn roman zou teruggestuurd worden met een vriendelijk spijtig briefje.

Victor Gollancz stuurde helemaal geen spijtig briefje, hij wou het verhaal uitgeven. Hij vond het perfect, zoals het was. Wat volgde was – volgens Sherriff – overdreven recensies en een goede verkoop. Zelf begreep hij niet waarom zijn boek zo aansloeg. Zijn verhaal was eigenlijk een verslag van een vakantie van dag tot dag, van de laatste avond thuis tot de laatste dag dat de Stevensen terug gingen naar huis.

De Stevensen zijn gewoontedieren. Ze hebben hun vaste vakantierituelen. ‘s Morgens speelt het gezin cricket, gevolgd door een duik in de zee. ‘s Middags wordt er geluierd en ‘s avonds eten ze in hun pension, maken ze een wandeling of gaan ze naar de muziektent. Toch zijn er zaken die deze vakantie memorabel maken voor de Stevensen. Zo is er het besef dat dit wel eens de laatste vakantie zou kunnen zijn met het ganse gezin. De dochter heeft voor de eerste keer een vakantieliefde. De oudste zoon maakt plannen voor zijn toekomst. Het gezin wordt uitgenodigd door een klant van het bedrijf van meneer Stevens. Hun pensionhoudster vraagt hen een dag langer te blijven. En ze hebben een strandhuisje met een terras.

De magie van dit verhaal uit 1931 zit hem in het herkenbare: de voorbereidingen voor de reis, de stressvolle tocht naar de vakantiebestemming, het vakantiegevoel en het besef dat de vakantie er weeral bijna op zit. Daarnaast leer je de familie Stevens goed kennen. En dan is er nog de lichte ironie, wat bijdraagt tot het rustige en eenvoudige karakter van deze roman.

‘Geen enkel moeite,’ zei mevrouw Bullevant volkomen oprecht, want er zijn weinig dingen zo aantrekkelijk als op je gemak rondsnuffelen in het huis van een ander, wanneer je weet dat je absoluut in je recht staat om dat te doen.

‘Twee weken weg’ werd in 2020 herontdekt nadat de krant The Guardian leestips vroeg aan een aantal schrijvers. Volgens Kazuo Ishiguro kon hij zich geen opbeurender roman bedenken dan ‘Twee weken weg’.

Oorspronkelijke titel: The Fortnight in September.
Jaar van publicatie: 1931.

Nederlandse vertaling is van Inge Kok (2021).

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: