Schutter spion schrijver

Was de Britse geheime dienst in de twintigste eeuw een kweekvijver voor literair talent? Of rekruteerde men graag schrijvers of journalisten? Feit is wel dat er veel Britse schrijvers op de loonlijst stonden van de Britse geheime dienst. In dit blog licht ik het doopceel van enkele van die auteurs.

William Somerset Maugham.

William Somerset Maugham (1874-1965) had al zijn literaire sporen verdiend als hij in 1916 werd gerekruteerd. De Britse geheime dienst stuurde hem naar Zwitserland en Rusland. Zijn ervaringen als spion schreef hij neer in zijn roman ‘Ashenden: or the British Agent’ (1927). Ashenden is – hoe kan het ook anders – een schrijver die als spion gaat werken. Van zijn nieuwe baas krijgt Ashenden de volgende raad: “je krijgt geen dank als je je best doet, en als je in de problemen komt, moet je geen hulp verwachten.” Hoewel Ashenden te maken krijgt met verraad en moord behelst zijn job observeren, luisteren en rapporteren.

Graham Greene.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam Graham Greene (1904-1991) via zijn zuster op de loonlijst van MI6. Greene was toen al een gevestigd schrijver. Hoelang Greene voor MI6 werkte is niet geweten. Zijn vele buitenlandse reizen waren alvast een goede cover voor zijn inlichtingenwerk. Net als bij Somerset Maugham vormden die reizen ook een rijke inspiratiebron voor zijn veelzijdig literaire werk. In ‘Onze man in Havana’ (1958) stak Greene zelfs de draak met de Britse geheime dienst.

Helen MacInnes.

Ook schrijfster Helen MacInnes (1907-1985) reisde veel met haar man Gilbert Highet. Het koppel financierde hun reizen met het vertalen van Duitse literatuur. Gilbert Highet was naast academicus ook intelligentieofficier voor MI6. Volgens sommige bronnen werkte ook Helen MacInnes voor de Britse geheime dienst. Alleszins staat MacInnes’ naam synoniem met superieure spionagethrillers. Haar werk werd in tweeëntwintig talen, waaronder het Nederlands vertaald.

Roald Dahl.

Roald Dahl (1916-1990) kreeg de smaak voor schrijven te pakken door zijn werk voor de Britse geheime dienst. Na een carrière als RAF-piloot waarbij Dahl bijna het loodje legde, werd hij in 1942 naar de Britse ambassade in Washington gestuurd. Dahl die zich verveelde in zijn job op de ambassade besloot om informatie door te geven aan The British Security Coordination (BSC).

BSC was opgericht met de bedoeling om de Britse belangen in de VS te promoten en de propaganda van de nazi’s te ondermijnen. Door zijn werk voor de ambassade was Dahl een regelmatige gast op party’s en hoorde hij veel. Omdat Dahl in de smaak viel bij de Amerikaanse vrouwen, werd hij door zijn werkgever vooral ingezet als bedpartner voor invloedrijke Amerikaanse dames, die de Britse zaak vooruit konden helpen. Ook werkzaam voor BCS was Helen MacInnes’ echtgenoot, Gilbert Highet en Ian Fleming. Met Fleming was Dahl goed bevriend. Beide mannen deelden een passie voor schrijven.

Ian Fleming.

Ian Fleming (1908-1964) was gepokt en gemazeld als intelligentieofficier. Of Fleming net als William Somerset Maugham zijn ervaringen als spion literair verwerkte in zijn James Bondverhalen weten we niet. Alleszins heeft Fleming steeds de geruchten dat Bond op hem gebaseerd was, ontkend.

John Le Carré.

George Smiley wordt vaak de anti-Bond genoemd. Beide fictieve helden hebben weinig gemeen, nochtans werken ze voor dezelfde werkgever: MI6. Smiley maakte zijn debuut overigens in 1961 in ‘Telefoon voor de dode’. Omdat schrijver David John Moore Cornwell werkte voor de Britse geheime dienst, moest hij een pseudoniem gebruiken. Hij koos voor John Le Carré.

‘Spion aan de muur’ (1963) betekende Le Carrés internationale doorbraak als schrijver. Hierop verliet Le Carré MI6 om zich voltijds aan schrijven te wijden. Le Carré werkte niet alleen voor MI6 maar ook voor MI5.

Stella Rimington.

MI5 bracht ook schrijfster Stella Rimington voort. In 1992 werd Dame Stella Rimington de eerste vrouwelijke directeur-generaal van MI5. Zij had er toen al een lange carrière als inlichtingenofficier op zitten. Vier jaar later ging ze met pensioen en in 2001 volgde haar memoires. Blijkbaar smaakte dit naar meer. In 2004 kwam Rimmingtons eerste boek in de reeks rond agente Liz Carlyle uit. Liz Carlyle werkt uiteraard voor MI5. In het Nederlands is enkel het eerste boek ‘At risk’ vertaald als ‘De onzichtbare’.

Gepubliceerd door daniellecobbaertbe

Ik lees en schrijf graag. ‘Boeken’ is mijn excuus om nieuwsgierig rond te lopen in de wondere wereld van de letteren. En me te vergapen aan de rijkheid en diversiteit van het geschreven woord.

%d bloggers liken dit: