
Tijdens een schrijfcursus kreeg ze de raad: schrijf over wat je kent. Dus begon Andrea Levy (1956-2019) te schrijven over haar ervaringen als zwarte Britse vrouw in een overwegend witte maatschappij. Voor haar vierde roman ‘Klein Eiland’ pakte ze het anders aan: ze luisterde naar de verhalen van haar familieleden.
Klein eiland gaat over de immigratie vanuit Jamaica naar Engeland in 1948. Naast de onnuchtering en desillusies rond die immigratie waren er de oorlogsherinneringen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden namelijk vele duizenden Jamaicanen bij de RAF gediend, onder hen ook Levy’s oom en vader.
Levy’s ouders, Winston en Amy behoorden tot de Windrush Generation. Na de Tweede Wereldoorlog had het Verenigd Koninkrijk immigranten nodig om hun land te helpen heropbouwen. Vanaf 1947 kwamen immigranten vanuit de verschillende landen van de Commonwealth naar het moederland, waar ze naast werk ook een Brits paspoort kregen. Vooral mensen uit Brits-West-Indië (Bahama’s, Jamaica, Trinidad en Tobago, de Britse Maagdeneilanden…) maakten de overtocht naar Engeland met de oceaanstomer HMT Empire Windrush.
‘Klein eiland’ bleek een gouden zet. Het leverde Levy onder meer de Whitbread Book of the Year, de Commonwealth Writers’ Prize en de Orange Price for Fiction op. Bovendien werd het verwerkt voor het theater en het kleine scherm.
Voor ‘Klein eiland’ koos Levy voor vier vertelperspectieven: Hortense Joseph, Gilbert Joseph, Queenie Bligh en Bernard Bligh. Hortense en Gilbert zijn zwart. Queenie en Bernard wit.
Voor mij waren de verhalen van Hortense en Gilbert belangwekkend. Bij de verhalen van Queenie en Bernard verslapte mijn aandacht aanzienlijk. Bernards verhaal heb ik amper gelezen. Zijn Indiaas oorlogsverhaal staat voor mijn gevoel los van de verhalen van Hortense, Joseph en Queenie.
De drie andere verhalen komen wel samen. Aanvankelijk arriveert Hortense in Londen, waar Gilbert al zes maanden verblijft. Gilbert is een van de huurders van Queenie. Queenie is een oude kennis van Gilbert van toen hij diende bij de RAF. Hoewel de oorlog al drie jaar voorbij is, is Bernard nog steeds niet thuisgekomen.
Ik snap wel wat de schrijfster beoogde met haar vier perspectieven. Terwijl Bernard naar de oorlog gaat omdat hij moet, is Gilbert als zwarte man met een joodse vader dubbel gemotiveerd om te gaan vechten. Als dochter van een slager, opgegroeid op een boerderij keren Queenies kansen aanzienlijk als ze trouwt met een goede partij. Voor Hortense daarentegen weegt haar opvoeding zwaarder door dan haar opleiding als lerares, waardoor ze geen les kan geven in de school van haar keuze. In Engeland blijkt dan weer dat haar opleiding en diploma niets waard zijn. De vier perspectieven zorgen immers voor de nodige contrasten en tegenstellingen.
Maar ik, ik wou liever blijven lezen over Hortense en Gilbert.
Al bij al gaat dit boek mij wel bijblijven. Dit vooral door het openlijk racisme. Helemaal tenenkrommend is hoe het Amerikaanse leger in het Verenigd Koninkrijk vasthield aan zijn rassensegregatie. En dan is er nog het gegeven van de gekleurde oorlogsbaby’s, waar de Engelse maatschappij geen raad mee wist.
Oorspronkelijke titel: Small Island.
Jaar van publicatie: 2004.
Nederlandse vertaling: Arthur de Smet en De Geus BV (2007).
De trailer bij deze recensie komt van het kanaal van National Theatre op YouTube.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.