
Besefte hij wel wat een opmerkelijke en begaafde en dappere vrouw zijn moeder was? Uiteraard wist hij dat. Hij had het zonder meer altijd geloofd.
Als gescheiden vrouw was zij met hem naar Parijs gegaan. Zij wou in Parijs studeren en een carrière beginnen als beeldhouwster. Zij was toen 38. Maar de tijd was tegen haar. Want haar prille carrière speelde zich af tegen de achtergrond van de Depressie. Na iets meer dan een half jaar was zij terug in de VS.
Van de magere alimentatie leefden Alice en Robert aanvankelijk op het platteland van Connecticut, toen in Greenwich Village en dan in een buitenwijk van New York. Zijn moeder lag voortdurend overhoop met de huisbaas, de kolenhandelaar en de kruidenier. Soms werd er een beeldhouwwerk van haar opgenomen in een tentoonstelling. En een enkele keer wist ze iets te verkopen. Maar dat veranderde niets aan hun belabberde situatie.
Toen zijn vader dood viel op kantoor, droogde het geld helemaal op. Niet lang nadat hij 17 was geworden, ging Robert werken als magazijnbediende. Hij hoopte tevergeefs dat zijn moeder de rol van deemoedige weduwe op zich zou nemen. Maar daar werd hij steeds in teleurgesteld. Voor hem geen moeder die zijn sokken stopt of het eten voor hem heeft klaarstaan als hij thuiskomt na een zware dag, maar een moeder die het voortdurend heeft over de kapitalen die ze gaat verdienen als ze haar beeldhouwwerk maar uit de opslag kon halen. Op zo’n moment zou Robert haar willen toeschreeuwen dat haar leven een leugen is.
Toch koestert hij die leugens en de troost die ervan uitgaat Zijn moeder gelooft immers in een speciaal soort voorzienigheid die altijd op hen zal neerstralen. Die speciaal soort voorzienigheid kan Robert nu goed gebruiken. Hij wordt in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog als infanterist naar Europa gezonden.
‘Een speciaal soort voorzienigheid’ volgt in alternerende delen hoe het Robert als soldaat in Europa vergaat en hoe het zijn moeder nu vergaat en hoe het zover is kunnen komen met Alice. Door het retrospectief kom je zo ook meer te weten over waarom Robert zo’n moederskindje is en waarom hij op zoek is naar een vaderfiguur.
‘Een speciaal soort voorzienigheid’ was Yates’ tweede roman na ‘Revolutionary Road’. In 1969 was het ook meer dan twintig jaar geleden dat Yates zelf als soldaat uit de Tweede Wereldoorlog was gekomen met tuberculose, een nicotine- en een alcoholverslaving. Het was immers bitterkoud in de Ardennen, de bevoorrading was slecht en de uniformen ongeschikt. De Amerikaanse verliezen in die laatste dagen van de oorlog waren in sommige divisies opgelopen tot meer dan zestig procent. Of 77 000 doden. Robert Prentice is dan ook blij dat hij nog leeft, voor andere gevoelens is er geen plaats meer.
Robert heeft aanvankelijk een idealistische voorstelling van de oorlog. Tot hij beseft dat het niet enkel gaat om iemand doodschieten, maar dat hij zelf ook kan doodgeschoten worden. Net als de andere soldaten is hij bang. En net als thuis is hij weer een buitenbeentje. Maar nu komt het niet door zijn armzalige en nooit passende kledij. Door de oorlog komt hij echter los van zijn veeleisende moeder.
Wat Robert Prentice lukte, is Yates nooit gelukt. Ook hij had een artistieke, veeleisende en alcoholzuchtige moeder waar hij als kind voor moest poseren. Net als zijn alter ego verhuisden ze voortdurend, kende hij zijn vader amper en werd hij gepest. Voor de onzekere Yates moet de oorlog een hel geweest zijn.
Na ‘Voorbije liefdes’ dacht ik dat Richard Yates me niet meer kon verrassen. De thema’s zijn -net als de moeder- typisch Yates. Maar in tegenstelling tot ‘Voorbije liefdes’, ‘Revolutionary Road’ en ‘Paasparade’ gaat het niet over relaties en gefnuikte levens maar over een moeder-zoonrelatie en de goddelijke voorzienigheid.
“Maar hij had op een romantische manier van haar gehouden, met een bijna religieus geloof in haar dapperheid en goedheid.”
Oorspronkelijke titel: A Special Providence.
Jaar van publicatie: 1969.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.